13-6-2018
1
Hematologie voor de internist 2018
Marjolein Donker
Inger Nijhof
Opvallende trends binnen de hematologie anno 2018
Hematologische maligniteiten: hoe vaak komt het voor? Oudere patiënten
• Hematologische ziekten komen met name voor bij oudere patiënten
Bron: www.hematologienederland.nl
Oudere patiënten
• Zij ondervinden meer bijwerkingen van intensieve behandeling, maar hebben er wel baat bij tov niet/minder intensief behandelen
Death rates (within 8 weeks from AML diagnosis) according to age and palliative vs intensive treatment
Juliusson G Blood. 2009;113:4179-4187
13-6-2018
2
Van chemo naar pil
Waarom al die pathways?? B-cel receptor (BCR) reguleert: • proliferatie • differentiatie • apoptose • cel migratie
Meer diagnostiek voor meer gerichte therapie
• AML: FLT3, IDH1 en 2
• DLBCL: Cmyc, bcl2, bcl6
• CLL: 17p
• JAK2
• BCR-ABL
www.drugoffice.gov
Veel bijwerkingen op gebied interne geneeskunde
• Infecties bij de immuungecompromitteerde patiënt
• Trombose (bv len-dex bij multipel myeloom)
• Endocrinologisch door immuuntherapie: PD1, PDL1
• Cytokinerelease-syndromen: CAR-T, bispecifieke Ab
• Differentiatie-syndroom: ATRA, nu ook bij IDH-remmers
• Hypertensie, boezemfibrilleren: ibrutinib
• Hypertensie, decompensatio cordis, pulmonale hypertensie: carfilzomib
• Pulmonale hypertensie, cardiovasculaire bijwerkingen: TKI’s (bij CML)
Meer nieuwe middelen meer afkortingen…
• Verklarende woordenlijst voor de dienst
• Door targeted therapy exponentiële toename nieuwe middelen
13-6-2018
3
Steeds duurdere behandelingen
• ‘Financial toxicity’
www.dienst.nl
(Non-Hodgkin) Lymfoom
Meer dan 40 verschillende soorten NHL: weerspiegeling van de complexe ontwikkeling en uitrijping van normale lymfocyten (afweercellen)
Lymfomen Maligne Lymfomen
• Hooggradig
• Laagradig
• Aggressief
• B symptomen
• Tumorlysis
• Curatie mogelijk
• VB DLBCL/Burkitt
• Indolent
• Weinig kliniek
• Lange overleving,
maar ‘geen curatie’
• VB CLL/FL
NHL-B trial , Ann Oncol 2008 Pfreundshuh:
CHOP-21 (n=232)
CHOEP-21 (n=244)
CHOP-14 (n=238)
CHOEP-14 (n=245)
M o n t h s
40 35 30 25 20 15 10 5 0
1.0
.9
.8
.7
.6
.5
.4
.3
.2
.1
0.0
CHOP-21 (n=232)
CHOEP-21 (n=244)
CHOP-14 (n=238)
CHOEP-14 (n=245)
Rituximab bracht pas echt winst
• .
Coiffier NEJM 2002
13-6-2018
4
Zijn alle DLBCL hetzelfde?
Alizadeh, Nature 2000
GCB en ABC Niet hetzelfde na R-CHOP
Overleving na R-chemotherapie, Fu JCO 2008
ABC
R CHOP R2-CHOP= met lenalidomide
Nowakowski JCO 2015
Wat is te verwachten in de toekomst? Nieuwe ontwikkelingen behandeling
• Nieuwe antistoffen
• ‘Antibody drug conjugates’
• Middelen die het immuunsysteem activeren
• Immuuntherapie m.b.v. T cellen
• ‘Gerichte’ behandeling: slimme remmers
– Targeted therapy ‘in de cel’
– Interactie met ‘micro-omgeving’
13-6-2018
5
IMMUUNTHERAPIE B-cel maligniteiten: belangrijkste vooruitgang afgelopen 20 jaar!
Hoe werkt een antistof en ‘what’s new’?
• subcutane toediening
• rituximab biosimilars
• andere CD20 antistoffen: – ofatumumab
– obinutuzumab: in de eerste lijn geen overlevingsvoordeel, als rituximab refractair wel
Checkpoints afweersysteem: rem op het afweersysteem loslaten
• Eigen afweercellen van een patiënt (T cellen) kunnen tumorcellen herkennen
• Deze T cellen worden echter afgeremd
NY Times, 9 december 2012
A Breakthrough Against Leukemia using altered T cells
In Girl’s Last Hope, Altered Immune Cells Beat Leukemia
CD19-CAR-T cellen bij acute lymfatische leukemie: 90% complete remissie; langdurige remissies
-curatieve therapie voor refractaire maligniteiten -2018: CD19 CAR-T’s FDA approved voor B-ALL en B-cel lymfoom
A representation of the CAR-T therapy process is shown
Lekha Mikkilineni, and James N. Kochenderfer Blood
2017;130:2594-2602
©2017 by American Society of Hematology
13-6-2018
6
CD19 expressie normale en maligne B-cellen CAR-T cellen: wat gebeurt er na infusie?
• na infusie expanderen de CAR-T cellen zich in het lichaam (‘levend medicijn’)
• de T cellen en monocyten maken allerlei cytokines die de afweerreactie versterken (en ook bijwerkingen veroorzaken); o.a. IL6, IFN, IL1
Efficacy in multicenter CD19 CAR T trials in adult NHL
Study/Sponsor
Product N Best ORR
Best CR
rate
ZUMA1 / Kite
CD19/CD3z/CD28
108 82% 58%
JULIET / Novartis
CD19/CD3z/4-1BB
81 53% 40%
TRANSCEND / Juno
CD19/CD3z/4-1BB
65 80% 55%
F/U mo
N Durable ORR
Durable CR rate
Ref
12 108 42% 40% Neelapu et al, NEJM 2017
6 46 37% 30% Schuster et al, ASH 2017
6 38 47% 42% Abramson et al, ASH 2017
Best response Durability
Bijwerkingen CAR-T celtherapie
• CRS (cytokine release syndrome)
– hoge koorts, koude rillingen, lage bloeddruk, ademnood, spierpijn
– 20-30% van de patiënten belandt op de IC!
• CRES (CAR T-related encephalopathy syndrome)
– afasie, trillen, sufheid, hoofdpijn, epileptische insulten; zeldzaam: hersenoedeem
• Lage bloedcellen: bloedingen, infecties, transfusies
• Verdwijnen normale B cellen
– lage afweer-eiwitten, infecties
CRS MANAGEMENT
Cytokine Release Syndrome Grading Assessment
Extensive co-
morbidities,
older age?
Treatment
Grade 1: • Fever (defined as ≥38.3oC) • Constitutional symptoms
N/A
• Vigilant supportive care • Assess for infection • Treat fever and neutropenia if present, monitor fluid
balance, antipyretics, analgesics as needed
Grade 2: • Hypotension: responds to fluids or one low dose
vasopressor • Hypoxia: responds to <40% O2 • Organ toxicity: Grade 2
No
• As above for grade 1 • Monitor organ function closely • Monitor with continuous cardiac telemetry and pulse
oximetry
Grade 2: • Hypotension: responds to fluids or one low dose
vasopressor • Hypoxia: responds to <40% O2 • Organ toxicity: Grade 2
Yes • As above for grade 2 • Consider tocilizumab (8 mg/kg intravenously over 1
hr, do not exceed 800 mg) ± corticosteroids (e.g. methylprednisolone 1 mg/kg BID or dexamethasone 10 mg q6hrs)
Grade 3: • Hypotension: requires multiple vasopressors • Hypoxia: requires ≥40% O2 • Organ toxicity: grade 3 or grade 4 transaminitis
N/A
Grade 4: • Mechanical ventilation • Organ toxicity: grade 4 excluding transaminitis
N/A
• As above for grade 2/3 • Corticosteroids (e.g. methylprednisolone 1 g/day x3,
followed by a rapid taper consisting of 250 mg BID x2 days, 125 mg BID x2 days and then 60 mg BID x2 days)
Belangrijkste: - Zorgvuldige monitoring - 20% belandt op intensive care - Tocilizumab en/of steroiden (‘just in time’) - Meestal reversibel
CRES (NEURO-TOXICITEIT)
• Uitingen: verwardheid, sufheid, afasie, trillen, epilepsie
• treedt wat later op dan CRS
• Oorzaak? CAR T cellen naar hersenen, cytokines, vaatwandbeschadiging
• Monitoren m.b.v. schrijftest en MMSE
• Associatie met hogere piek CAR T-cellen
• Bij verdenking CRES: – beeldvorming, ICC neurologie, evt ruggeprik
• Meestal reversibel (steroiden)
• Zelden: hersenoedeem
13-6-2018
7
… als dienstdoende internist wordt u gebeld door een huisarts.
Zij heeft een 45 jarige patiënt met een leukocytengetal van 45
x 10^9/l. De patiënt bezocht haar spreekuur i.v.m. moeheid,
maar heeft verder geen enkele klacht,
Wat raadt u de huisarts aan/ wat doet u/ wat wilt u weten?
… u wilt een diffje…, want dat wil de hematoloog altijd…
Gumprechtse
schollen
Grumelee patroon
Cluster of differentiation (CD) oppervlakte markers voor cellen
13-6-2018
8
Behandelindicaties bij CLL
Mw. M.M. M-proteine
• Productie van monoklonaal immunoglobuline (of een fragment daarvan)
• Klonale proliferatie van cellen in de B-lymfocyt lineage
M-proteine
• Monoclonal gammopathy of unknown significance (MGUS)
• Multiple myeloma (MM)
• Plasmacytoma
• AL-amyloidosis
• M. Waldenström (WM) / lymphoplasmacytic lymphoma (LPL)
• Chronic lymphatic leukemia (CLL) and other indolent B-cel lymphomas
• Conditions associated with or predisposing to a higher prevalence of monoclonal gammopathy (hepatitis C virus infection, HIV infection)
• Infectious or inflammatory conditions associated with a transient development of several clones of reactive B cell/plasma cell populations (SLE, rheumatoid arthritis, psoriatic arthritis, Sjogren's syndrome, Schnitzler's syndrome)
MGUS prevalence
Kyle NEJM 2006
13-6-2018
9
Kyle NEJM 2007
Progression: MGUS versus SMM
Kyle NEJM 2007
Progression: MGUS versus SMM
Rajkumar Blood 2005
-non IgG MGUS -M-protein 15 g/L -Abnormal serum kappa/lambda FLC ratio
1. Predictive factors: combinations
5% of total patients
20%
37%
39%
MGUS – follow-up
Low risk - IgG isotype - M-protein <15 g/L - Normal FLC ratio
Progression at 20 years – Low-risk 5% – Low-intermediate 21% – High-intermediate risk
37% – High-risk 58%
MGUS – follow-up
• Anamnese • Lichamelijk onderzoek • Lab (M-proteine, volledig bloedbeeld, kreatinine, calcium) • Indien afwijkend vrije lichte keten ratio: NT-proBNP,
urineonderzoek • Indien (overgang naar) smouldering multipel myeloom:
analyse en vervolgen als SMM – Intermediate risk: progressie 5 jaar 42%, follow-up elke 6
maanden – High risk: progressie 2 jaar: 50%, follow up elke 2-3
maanden; behandeling?
13-6-2018
10
Verdere analyse
IgG and IgA MGUS → multiple myeloma Light-chain MGUS → light-chain multiple myeloma • Beenmergonderzoek (morfologie,
immunofenotypering, cytogenetica, histologie) • CT whole body Kahler
IgM MGUS → M. Waldenström and other lymphoproliferative disorders • Beenmergonderzoek (morfologie,
immunofenotypering, cytogenetica, histologie) • CT hals/thorax/abdomen
Beenmergcytologie/biopsie
Cytogenetica CT skelet
klonale plasmacelpopulatie, > 10% klonale plasmacellen in BMin
beenmerg
M.M., de diagnose…
- hyperCalciemia
- Renal failure
- Anemia
- Bone lesions
C
R
A
B
Vrouw, 43 jaar
• Laatste weken moe • Via huisarts lab: Hb 3.5 mmol/l, trombocyten 65 x 109/l en
leukocyten van 2.4 x 109/l • Zij zit onder de grote hematomen (doorsnede 5 cm) over haar hele
lichaam, die zonder trauma zijn ontstaan • U verdenkt haar van een acute leukemie • Welk gegeven is het meest verontrustend? 1. De anemie 2. De trombopenie 3. De leukopenie 4. De hematomen • Patiënte is via de huisarts naar SEH gekomen, het is 23u • Wat doet u?
13-6-2018
11
Acute promyelocyten leukemie PML-RARa fusiegen
Aandachtspunten
• Coagulopathie!!!
– Diffuse intravasculaire stolling (DIS)
– Primare hyperfibrinolyse
• De kans op (fatale) bloedingen: 5-10%
• De kans op symptomatische trombose: 5%
• Medical emergency
Zo snel mogelijk diagnose
Variant APL Bij verdenking APL zo snel mogelijk start therapie
• Dus zonder te wachten op bevestiging van de diagnose!
• ATRA (all-trans retinoic acid) – Natuurlijke metaboliet van retinol (vitamine A) – Induceert de differentiatie en remt de proliferatie
• Ondersteunende maatregelen
– Trombocytentransfusie • Trombocyten >30-50x10e9/l
– FFP/plasma • Fibrinogeen >1-1.5 g/l
– Erytrocytentransfusie • Hb >5.5 mmol/L
– Heparine en tranexaminezuur worden niet aanbevolen als profylaxe
• Vermijden invasieve procedures
13-6-2018
12
Lo-Coco et al, NEJM 2013
ATRA + ATO
ATRA + chemo
ATRA + ATO
Conclusie: APL
• APL: 5-8% van alle AML • Stollingsstoornissen • Respondeert op ATRA • Zeer goede prognose als eerste 2 weken van
behandeling geen bloedingscomplicaties • Bij verdenking op APL
– obv morfologie blasten ("takkenbossen") (cave variant: agranulair of fijne stofachtige rode granules, sterk gelobde kern) of obv bloedingen of obv DIS
– zo snel mogelijk ATRA geven (dus op de eerste hulp!)
• Patiënten met APL moeten verwezen worden naar tertiair centrum
Vrouw, 63 jaar
• Vorige week op vakantie in Duitsland (wandelen, fietsen)
• Maar sinds 4 dagen vermoeid, kouwelijk • Hb 3,8 mmol/l, trombocyten 47x10e9/l,
leukocyten 306x10e9/l
• Wat doet u / wat wilt u weten?
… u wilt een diffje…, want dat wil de hematoloog altijd…
Acute myeloïde leukemie
• Hoog leukocytenaantal – Spoedgift chemotherapie (daunorubicine) – Tumorlysisprofylaxe (Rasburicase) en hyperhydratie
• Echter: leukocyten stijgen naar 333x10e9/l • Patiënte wordt suffer • Saturatie 75%
• Wat nu?!
Leukostase
• Verhoogde bloedviscositeit
– NB: verdere verhoging bloedviscositeit door erytrocytentransfusies of het gebruik van diuretica
• Blasten zijn minder vervormbaar dan volwassen leukocyten
– NB: vrijwel nooit leukostase bij leukocytose door mature cellen, zoals bij CLL of CML
• Toename lokale hypoxemie door hoge metabole activiteit van de blasten en cytokine productie
> Belangrijke prognostische factor voor vroege mortaliteit
Röllig, Blood 2015
13-6-2018
13
Leukostase
Hölig, Transfus Med Hemother. 2012
CHEMO CHEMO
LEU
KA
FER
ESE
Leukaferese
• Scheiding leukocyten door centrifugatie
• Een enkele leukaferese procedure kan het aantal leukocyten met 10-70% verminderen
• Leukaferese verbetert de overleving op lange termijn niet
• Op indicatie op basis van kliniek • Altijd in combinatie met
chemotherapie (anders dweilen met de kraan open…)
Korkmaz, Transfusion and Apheresis Science 2018; Giles et al, Leuk Lymphoma, 2001
Conclusie: acute leukemie
• Gekenmerkt door differentiatiestop (blast) en toegenomen proliferatie
• Kliniek door – Anemie (vermoeid, bleek, kouwelijk, dyspnoe) – Trombopenie (bloedingen) – Neutropenie (infecties) – Stollingsstoornissen, met name bij AML en zeker bij APL! – Leukostase bij hoog aantal blasten perifeer
• Medical emergency bij – Stollingsstoornissen/bloedingen (bijv bij APL) – Hyperleukocytose met (risico op) leukostase – Koorts bij neuropenie – Kritieke ischemie (cardiaal/cerebraal) bij ernstige anemie
Vrouw, 35 jaar
In de dienst wordt u gebeld over een patiënte van 35 jaar met een Hb van 3.5 mmol/l, en hierbij een forse reticulocytose
Wat zijn uw vragen aan de arts-assistent die u belt??
Vrouw, 35 jaar
In de dienst wordt u gebeld over een patiënte van 35 jaar met een Hb van 3.5 mmol/l, en hierbij een forse reticulocytose Wat zijn uw vragen aan de arts-assistent die u belt?? • Klachten van anemie • Neurologische klachten, urine, diarree, koorts • Trombocytopenie • Bloeddruk • Kreatinine • Tekenen hemolyse: hapto, LDH, bili • Coombs (wat is dat ook weer?) • Transfusiehistorie • Zwangerschap • Medicatie
13-6-2018
14
Vrouw, 35 jaar
• Zij is sinds een week toenemend vermoeid, benauwd bij traplopen • Niet ziek geweest • Niet afgevallen, geen nachtzweten, geen koorts • Geen andere lokaliserende klachten • Nooit een bloedtransfusie gehad, 2 kinderen, nu niet zwanger, geen medicatiegebruik • BP 110/70 mmHg • Trombocyten 230 x 109/l • Kreat 65 micromol/l • LDH 1200 • Bili 45 • Hapto <0.1 • Coombs positief!
Wat nu? • 1. Transfusie erytrocyten, het Hb is immers 3.5mmol/L! • 2. Extra lab onderzoek (wat dan?) • 3. Prednison starten • 4. Rituximab starten
van Beers et al. Ned Tijdschr Hematologie 2017
Auto-immuun hemolytische anemie
Diagnose • AIHA = hemolyse + positieve DAT (Coombs positief ) • Versnelde afbraak van erytrocyten veroorzaakt door auto-antistoffen gericht tegen
erytrocyten, met of zonder complement activatie
‘Hemolyselab’ • Haptoglobine
– Bindt vrij Hb (Heem = toxisch!) – Bij intravasculaire hemolyse als bij extravasculaire hemolyse – Een van de gevoeligste parameters voor het aantonen van hemolyse
• Hb en reticulocyten – Een normaal Hb of een normaal reticulocytenaantal sluit hemolyse niet uit – Hangt af van de snelheid van ontstaan van de hemolyse en de mogelijkheid van het beenmerg
om te compenseren.
• LDH en ASAT – Enzymen die zich in de rode bloedcel bevinden, maar ook in veel andere celtypen – Zijn daarom niet specifiek voor hemolyse, maar wel nuttig voor vervolg
Coombs / DAT
• Antistoffen gebonden aan erytrocyten en/of complementdepositie worden aangetoond. • Erytrocyten van de patiënt worden gewassen en geïncubeerd met polyspecifiek humaan
antiglobine (‘Coombs-reagens’). • Indien er agglutinatie optreedt, is de DAT positief en indicatief voor in vivo gebonden antistoffen
en/of complementdepositie op het oppervlak van de erytrocyt
AIHA
• Onderscheid op basis van temperatuureigenschappen van de auto-antistoffen – Warme auto-antistoffen: frequentie 1:100.000, binding >30ºC,
meestal IgG (zeldzaam IgA) – Koude auto-antistoffen: frequentie 1:1.000.000, binding <30ºC,
meestal IgM (ook passagère mogelijk bij Mycoplasma infecties) – Bifasische auto-antistoffen: zeer zeldzaam, binding <30ºC en
hemolyse bij 37ºC, IgG (Donath-Landsteiner)
• Bij een positieve DAT volgt aanvullend onderzoek • Niet elke positieve DAT wordt veroorzaakt door auto-
antistoffen (orgaantransplantatie, immuunglobulines) • Positieve DAT ≠ hemolyse
AIHA
– Eluaat van de op de erytrocyten gebonden antistoffen en typering
– Onderscheid maken tussen allo- en autoantistoffen – Bij AIHA: vaak geen specificiteit van de aangetoonde
antistoffen vast te stellen (aspecifieke antistoffen)
Overbeeke et al, Erytrocytenserologie, Sanquin
13-6-2018
15
Vrouw, 35 jaar
• IgG DAT sterk positief
• Eluaat: aspecifieke antistoffen
• Geen aanwijzingen voor secundaire oorzaak • in 50% van de patienten met AIHA onderliggende oorzaak, zoals
maligniteit (lymfoom), auto-immuun ziekte (SLE, etc), infectie (mycoplasma, EBV, etc)
• CAVE: meteen (en VOOR evt transfusie!) voldoende EDTA en stolbloed afnemen voor verdere immuunhematologische diagnostiek (BTD, Sanquin)
– Onder andere fenotypering van de erytrocyten ten behoeve van eventuele transfusie
• Dus: ‘warme’ AIHA, IgG auto-antistoffen
AIHA behandeling
• Doel – Voorkomen of behandelen van orgaanischemie – Verminderen productie auto-antistoffen (en evt behandeling
onderliggende ziekte!) – Verminderen afbraak erytrocyten
• Transfusie: Alleen maar op indicatie bij klinische aanwijzingen voor ischemie! – Transfusie leidt tot een significant verhoogd risico voor het vormen
van alloantistoffen – Hemolyse kan worden verergerd door een transfusie omdat de auto-
antistoffen ook met donor erytrocyten reageren – Zo compatibel mogelijk transfunderen
• Tijd voor uitgebreide typering: compatibel voor Rhesus, Kell, Kidd, Duffy Ss en rekening houden met de aangetoonde alloantistoffen
• Geen tijd voor uitgebreide typering: compatibel voor Rhesus, Kell, ev. Kidd hier ook rekening houden met evt BEKENDE alloantistoffen!
AIHA behandeling
• AIHA met warme auto-antistoffen – Prednisolon: Respons in 60-70%, complete remissie 10-15% – Rituximab (375mg/m2): Complete response >60% (maar vaak recidief) – Splenectomie: 50% bereikt stabilisatie anemie, 20% bereikt complete remissie – Chemotherapie: evt. toevoegen bij onvoldoende respons op steroïden of langdurige
prednisolon behandeling: cyclofosfamide, azathioprine, vincristine – Immunoglobulines: kortdurend verbetering van de anemie (40%), geen complete
respons • Bij fulminante hemolyse te overwegen om opbrengst transfusie te verbeteren
• AIHA met koude auto-antistoffen – ‘Keep it warm’!!!
• Goede bescherming tegen kou (handschoenen, muts) • Cave operaties: patiënt moet warm worden gehouden!! • Transfusie: in verwarmd systeem bij 37ºC langzaam toedienen onder
cardiopulmonale bewaking – Rituximab: respons percentage >50%, maar vaak recidief – Splenectomie helpt niet bij complement-gemedieeerde intravasale hemolyse!!
Man, 35 jaar
In de dienst wordt u gebeld over een patiënt van 35 jaar met een Hb van 3.5 mmol/l, en hierbij een forse reticulocytose
Wat zijn uw vragen aan de arts-assistent die u belt??
Man, 35 jaar
In de dienst wordt u gebeld over een patiënt van 35 jaar met een Hb van 3.5 mmol/l, en hierbij een forse reticulocytose
Wat zijn uw vragen aan de arts-assistent die u belt??
• Klachten van anemie, neurologische klachten, urine, diarree, koorts
• Trombocytopenie
• Bloeddruk
• Kreatinine
• Tekenen hemolyse: hapto, LDH, bili
• Coombs
Man, 35 jaar
• Hij is sinds een week niet lekker. Tevens hoofdpijn, kan zich minder goed concentreren
• BP 130/85 mmHg • Trombocyten 20 x 109/l • Kreat 94 micromol/l • LDH 1200 • Bili 45 • Hapto volgt…. • Coombs negatief • Niet ziek geweest/koorts/diarree
• Wat nu?
13-6-2018
16
van Beers et al. Ned Tijdschr Hematologie 2017
Morfologie
TMA
• Trombotische microangiopathie • Typische klinische kenmerken
– Coombs-negatieve hemolytische anemie – Trombopenie – Wisselend uitval van orgaanfuncties (hersenen, nieren, hart en tractus
digestivus) >>> patiënten kunnen zich bij veel verschillende specialisten presenteren
• Overlappende symptomatologie – obstructie van de microcirculatie met aggregaten van trombocyten en
fibrinedraden – mechanische intravasculaire hemolyse – verbruik van bloedplaatjes – uiteindelijk orgaanschade
Bron: NLse richtlijn
ADAMTS13 knipt VWF: minder aangroei trombus
Pathogenese TTP (trombotische trombocytopenische purpura)
J. Evan Sadler Blood 2008;112:11-18
A Disintegrin And Metalloprotease with ThromboSpondin-1-like domains Bron: NLse richtlijn
Vaker nierfunctiestoornis
Complement kan verlaagd zijn, hoeft niet
13-6-2018
17
Wat nu??
Bron: NLse richtlijn
Man, 45 jaar
Presenteert zich met vena porta trombose
• Hb 9.8 mmol/l
• Trombocyten 200 x 109/l
• Leukocyten 11 x 109/l
Vraag MDL arts: moet ik JAK2 mutatie bepalen?
Leebeek NJM 2012
87% met afwijkende labwaarden 26% zonder (de Stefano, JTH 2016)
Campbell NEJM 2006
Mutaties bij myeloproliferatieve ziekten
Maar weinig CALR of MPL bij tromboses in splanchnicus gebied als JAK2 neg. De Stefano JTH 2016
13-6-2018
18
Survival MPN
Tefferi blood 2014
Ontwikkeling post-PV of post-ET myelofibrose Progressie naar acute myeloide leukemie Trombose/bloeding
JAK2 mutatie: Aan/uit knop staat aan
• Soms bloedwaarden vals-normaal bij bloedingen en hypersplenisme.
• Behandelen: evenwicht cytoreductie/antistolling en risico op bloedingen.
• Uitgangsvraag 5 toekomstige Nederlandse richtlijn
Is het gebruik van trombocyten aggregatieremming geïndiceerd naast therapeutisch antistolling bij PV patiënten met een splanchnicus trombose?
Therapie, algemeen (SORT grade C, expert opinion)
• Streef naar Ht < 0.45 l/l en een trombocytenaantal < 400 x 109/l en overweeg gezien de relatie tussen trombose en het leucocyten aantal naar leucocyten < 15 x 109/l
• Antistolling: afhankelijk van ernst indicatie voor levenslange antistolling en overweeg trombocyten aggregatieremming (cave: contra-indicatie) (SORT grade C)
Nut cytoreductie bij normale bloedgetallen onduidelijk. De Stefano JTH 2016
Een patiënt van 65 jaar die wordt gediagnosticeerd met polycytemia vera heeft recht op de volgende behandeling: 1. Acetylsalicylzuur 2. Acenocoumarol 3. Acetylsalicylzuur en cytoreductieve therapie 4. Acetylsalicylzuur of acenocoumarol afhankelijk
van zijn risicoprofiel en ruxolitinib indien hij jak2 positief is
… als dienstdoende internist wordt u gebeld door de anesthesist. Zij heeft bij preoperatief screenend onderzoek bij een 53 jarige patiënt een leukocytengetal vastgesteld van 153 x 10^9/l. De patiënt heeft geen klachten Wat raadt u de anesthesist aan / wat doet u / wat wilt u weten?
… u wilt een diffje…, want dat wil de hematoloog altijd…
13-6-2018
19
Algemeen principe proteïne tyrosine kinase (PTK)
gefosforyleerd substraat leidt tot transcriptie in de kern: - angiogenese - anti-apoptose - proliferatie - adhesie
PTK, bijvoorbeeld
BCR-Abl eiwit
P Substraat
ATP
Tyrosine kinase
Algemeen principe proteïne tyrosine kinase (PTK)
gefosforyleerd substraat leidt tot transcriptie in de kern: - angiogenese - anti-apoptose - proliferatie - adhesie
BCR-Abl eiwit
Substraat
ATP
Tyrosine kinase
TKI
Copyright ©2005 American Society of Hematology. Copyright restrictions may apply.
Deininger, M. W.N. Hematology 2005;2005:174-182
Progressievrije overleving van CML-patiënten ‘nu’ behandeld met imatinib, afhankelijk van hun verbetering op 12 maanden
13-6-2018
20
Toxiciteit TKI’s
• Bijwerkingen
• Kosten, per dag – imatinib (400 mg) € 78,- (patent inmiddels verlopen) – nilotinib kost € 103,- (dosis 2 dd 300 mg) – dasatinib (100 mg) €129,- – bosutinib (500 mg) € 141,- – ponatinib (15 mg) € 105,-
• Stoppoging TKI!
• 64 jarige vrouw
• Leverbiopt ivm onbegrepen gestoorde leverwaarden
• Trombo’s 200
• PT 15, APTT 60
• Mag ik prikken?
APTT verlengd, PT normaal Stollingsfactor tekort (VIII, IX, XI, of XII)
Ongefractioneerde heparine
Lupus anticoagulans
APTT normaal, PT verlengd Stollingsfactor tekort (factor VII)
Lichte vit K deficiëntie
APTT en PT verlengd Stollingsfactor tekort (II, V, X of fibrinogeen)
Globale stollingsfactor deficiëntie
- leverinsufficiëntie
- verlies
- DIS (fibrinogeen , d-dimeer )
Ernstige vitamine K deficiëntie
Gebruik van coumarines
Afwijkende test bloedingsneiging
Anamnese!!!
Verdenking bloedingsneiging
• Primaire vs secundaire hemostase
• Erfelijke vs verworven bloedingsneiging
13-6-2018
21
Probleem in primaire hemostase
• Onmogelijkheid tot het vormen van de primaire trombocytenprop
• Oorzaken: – Thrombopathie
– Ziekte van von Willebrand
– Thrombopenie
– Leverinsufficientie
– Nierinsufficientie
Probleem in secundaire hemostase
• Onmogelijkheid tot efficiente vorming van fibrine = hiermee stolsel onoplosbaar
• Oorzaken: – Hemofilie A
– Hemofilie B
– Andere stollingstoornissen tekort
– Synthese stoornis lever
– Verdunningscoagulopathie bij bijv bloedverlies
– DIS
– Gecombineerde deficientie zoals bij vit K deficientie
Anamnese
• Van groot belang
• Denk ook aan familie anamnese
Verlengde APTT
• Tekort aan stollingsfactoren
VIII, IX, XI, XII,
X, V, II, I
• Remmer (eg. LAC)
• Heparine
• Dan mengproef!
Mengproef
• Mengen van patiëntenplasma en normaal plasma
• Bij een deficiëntie zal de APTT in de mengproef corrigeren
• Bij een remmer blijft de APTT verlengd
Lupus anticoagulans
• een verworven autoantistof
• vaak bij patiënten met SLE
• andere auto-immuun ziekten of zonder onderliggende ziekte
• antistoffen tegen eiwitten die binden aan fosfolipiden
• competitie met stolfactoren voor de beschikbare katalytische fosfolipiden; stoltesten worden verlengd
• geen bloedingsneiging
• juist sterk verhoogd risico op trombotische complicaties.
13-6-2018
22
Verlengde PT
• Tekort aan stollingsfactoren VII, X, V, II, I
• Vitamine K gebrek
• Coumarine
Verlengde TT
• Heparine effect
• Dysfibrinogenemie
APTT verlengd, PT normaal Stollingsfactor tekort (VIII, IX, XI , of XII)
Ongefractioneerde heparine
Lupus anticoagulans
APTT normaal, PT verlengd Stollingsfactor tekort (factor VII)
Lichte vit K deficiëntie
APTT en PT verlengd Stollingsfactor tekort (II, V, X of fibrinogeen)
Globale stollingsfactor deficiëntie
- leverinsufficiëntie
- verlies
- DIS (fibrinogeen , d-dimeer )
Ernstige vitamine K deficiëntie
Gebruik van coumarines
casus
• 64 jarige vrouw
• Leverbiopt ivm onbegrepen leverproefstoornissen
• Trombo’s 200
• PT 15, APTT 60
• Mag ik prikken?
• Anamnese: blanco voor stollingstoornissen, familie gb
• Mengproef: APTT normaliseert
• Dus: factor tekort
• fVIII 111%, fIX 116%, fXI, 135%, fXII< 10%
• Prikken?