UNIVERZITA PALACKÉHO V OLOMOUCI
FILOZOFICKÁ FAKULTA KATEDRA NEDERLANDISTIKY
Het thema van de cultuurbotsing bij de gekozen
Surinaamse auteurs
The topic of the culture clash by the chosen
Surinamese writers
Bakalářská diplomová práce
Jana Pešoutová
Vedoucí práce: PhDr. Eva Brázdová Toufarová
OLOMOUC 2010
2
Dankbetuiging:
Hiermee wil ik graag iederen hartelijk bedanken, die mij bij het schrijven van de
scriptie heeft geholpen en vooral PhDr. Eva Brázdová Toufarová, die de
begeleidster van de scriptie was.
3
Čestné prohlašení
Prohlašuji, že jsem svou bakalářskou práci vypracovala samostatně a uvedla v ní
všechny prameny a literaturu, kterou jsem použila.
V Olomouci dne
Jana Pešoutová
4
Dankbetuiging .......................................................................................................................2
Čestné prohlášení .................................................................................................................3
Inhoud ....................................................................................................................................4
Woord vooraf ........................................................................................................................5
1 Inleiding ..............................................................................................................................6
2 Kritische momenten in de Surinaamse geschiedenis ...................................................8
3 Theorieën over de cultuur en de cultuurverschillen ..................................................12
4 Stereotypen over Nederlanders en Surinamers .........................................................15
4. 1 Stereotypen over Nederlanders ...................................................................................15
4. 2 Stereotypen over Surinamers .....................................................................................17
4. 3 Stereotypen gevonden in de Surinaamse literatuur....................................................17
4. 4 Stereotypen in de media .............................................................................................18
5 Inlichting tot cultuurverchillen in de literatuur .........................................................20
6 Korte profielen van de gekozen auteurs ......................................................................24
6.1 Anil Ramdas ..................................................................................................................24
6.2 Bea Vianen ....................................................................................................................25
6.3 Astrid Roemer ...............................................................................................................26
7 Cultuurbotsing, cultuurverschillen en stereotypen beschreven door
gekozen Surinaamse auteurs ............................................................................................27
7. 1 De Zwarte Piet..............................................................................................................27
7. 2 Schaamtecultuur ...........................................................................................................29
7.3 Machismo ......................................................................................................................29
7. 4 Individualisme van Nerdelanders ...............................................................................31
7.5 Migranten ......................................................................................................................32
7. 6 Discriminatie ................................................................................................................34
7.7 Het koloniaal erfgoed ...................................................................................................36
8 Conclusie...........................................................................................................................38
9 Resumé in het Tsjechisch ...............................................................................................41
10 Summary in English .....................................................................................................42
Anotace ................................................................................................................................43
Bibliografie ..........................................................................................................................44
Internetbronnen .................................................................................................................46
Bijlage...................................................................................................................................47
5
WOORD VOORAF
“Ik begrijp jouw thema niet, hoor, er is toch geen sprake van cultuurbotsing
tussen bakra„s1 en ons. Ik zou het meer beschrijven als cultuurverrijking. We zijn
geen Marokkanen,”2 was een reactie van een Surinaamse vriendin over het thema
van de auteurs scriptie. Deze uitspraak zelf bevat veel tegenstrijdigheden en riep
in men veel vragen op over cultuurverschillen, stereotypen, vooroordelen,
multiculturele problematiek en over wat is de hedendagse Nederlandse cultuur
eigenlijk wel is. Als buitenlander heeft men de rol van de toeschouwer die het
toneel van de hedendaagse Nederlandse maatschappelijke situatie probeert te
begrijpen. Nederland was voor de auteur van dit schrijven het land van tolerantie,
een voorbeeld van de multicuturele samenleving die funcioneert. Deze scriptie is
een poging om een betere inzicht over de multiculturele maatschappij in
Nederland te krijgen.
Jana Pešoutová
1 Het woord bakra is afkomstig uit Surinaams-Nederlands en betekent een blanke (m. n.
een Nederlander) (Dale, van, Boon den T., Geeraerts D., Sijvan der N. 2005: 1608). 2 Is een letterlijke citatie van het gesprek tussen de auteur van de scriptie en een
Nederlandse studente met Surinaamse afkomst van 23. 11. 2009.
6
1 INLEIDING
Nederland is en was, voor de komst van allochtonen, al een multicultureel
land. Vanaf de jaren zestig is het aantal immigranten in Nederland sterk
toegenomen. Er is zelfs sprake van een verandering van de Nederlandse
maatschappij en deze verandering brengt nieuwe feiten mee. De oplossingen van
de multiculturele problematiek worden gezocht en daarom moeten de oorzaken
genoemd worden. Hedendaagse maatschappelijke tegenstellingen worden aan
cultuurverschillen en religies toegeschreven.
Verschillende culturele normen en waarden worden als oorzaak van een
cultuurbotsing gezien. Men moet echter beseffen in welke mate cultturverschillen
de rede zijn van het conflict en in welke mate stereotypen. De uitspraak:
“Suriname is Nederlandse creatie” (Roo 2002: 199) kan men met vogelvlucht als
Nederlandcentristische uitspraak negeren maar kan ook als een hulp bij oplossing
van een raadsel dienen. Er is geen twijfel over dat Suriname enorm op Nederland
was gericht. De cultuurverschillen zouden bij nadere inspectie klein blijken. Toch
spreekt men ook in verband met de voormalige kolonie als over een
cultuurbotsing. Wat zijn de oorzaken van een mogelijke cultuurbotsing? Hoe
hebben de dragers van Surinaamse cultuur: literaire auteurs de cultuurbotsing
beschreven?
Om de complexiteit te begrijpen van de Surinaamse verhouding tegenover de
Nederlandse is het nodig om het in een historisch kader zetten. Met dat doel gaat
men eerst de historische achtergrond van Suriname beschrijven. Om de culturele
verschillen te kunnen herkennen, worden in het derde hoofdstuk de theoriën over
de cultuur en de cultuurverschillen besproken. Vervolgens gaat men laten zien in
welke mate onze denkbeelden door stereotypen beïnvloed kunnen worden.
Voordat de werken van Surinaamse auteurs behandeld worden, is het noodzakelijk
om op de specifieke kenmerken van de Surinaamse bevolking te wijzen. Aan de
hand van korte fragmenten wordt er in het vijfde hoofdstuk bekeken hoe de
Surinaamse schrijvers de cultuurverschillen en stereotypen beschrijven. Op basis
daarvan hoopt men ook wat meer helderheid te krijgen over de hedendaagse
Nederlandse multiculturele problematiek.
7
Volgens veel Nederlanders3 is bij Surinamers de integratie het meest
gelukt. Door deze bewering wordt er een kans gegeven aan alle culturen en
religies die in de Nederlandse samenleving willen integreren. Suriname is de
wereld in het klein. De wereld met grote etnische verscheidenheid die alle grote
religies ter wereld vertegenwoordigt. Men wil de eerste stap van deze succesvolle
integratie beschrijven: de confrontatie tussen de Nederlandse en de Surinaamse
cultuur.
Men laat zich daarbij leiden door de beschrijvingen van de Surinaamse
auteurs en studies over cultuurverschillen. De gekozen auteurs zijn: Anil Ramdas
en zijn boek De beroepsherinneraar en andere verhalen, Beane Vianen met haar
werkstuk Het Paradijs van Oranje en Astrid Roemer met Oost West Holland Best.
Criteria voor deze keuze waren de representatie van de twee grootste
bevolkingsgroepen in Suriname, gezichtspunten van een man en een vrouw, het
thema en de populariteit. Deze auteurs waren zelf actief, of het thema van hun
boeken reageert op de gebeurtenisen, in de periode rond de onafhankelijkheid van
Suriname. Deze periode is gekozen, omdat in die tijd de exodus van Surinamers
naar Nederland zijn hoogtepunt bereikte.
In deze scriptie gaat men uit van het cultuurrelativisme en een dynamisch
cultuurconcept waarin het individu geen pasief wezen is dat uistluitend op basis
van de groepscultuur handelt, die hij heeft geleerd.
3 Zie artiekel http://static. rnw. nl/migratie/surinaams. caribiana.
nl/innederland/car20090501_mythe-redirected (8. 3. 2010).
8
2 Kritische momenten in de Surinaamse geschiedenis
De oorspronkelijke bewoners van Suriname bestaan uit verschillende
stammen die we kunnen onderverdelen in twee taalgroepen: de Arowakken en de
Caraïben. De eerste Europeanen die Suriname zagen waren Alfonso Hojeda, Juan
de la Cosa en Amerigo Vespucci in 1499.4 Na het vertrek van de Spanjaarden
kwamen de Nederlanders, maar de echte kolonisatie begon toen een groep
Engelse kolonisten van Barbados Suriname in bezit nam. Tot het eind van de
zestiende eeuw hadden Europeanen geen belangstelling in Suriname, maar hier
kwam een wending in, doordat men vermoedde dat het goudrijk Eldorado in het
binnenland moest liggen. Engelsen zonden een groep ervaren Portugees-Joodse
planters naar Suriname, waarna de kolonie snel tot bloei kwam. Na de Vrede van
Breda in 1667 , kreeg Nederland weer bezit van Suriname, in ruil voor Nieuw
Amsterdam, het huidige New York.
De keus van Nederland was beïnvloed door de verwachting dat Suriname
een meer profijtelijke kolonie zou zijn. De drijvende kracht van de
plantageeconomie waren slaven, die uit Afrika werden gehaald. De arbeid op de
plantages was onmenselijk zwaar en de sterftecijfers waren hoog. Het aantal
inwoners werd rond 1800 op 50. 000 geschat, van wie slechts 4000 vrij waren.
Slaven die in Afrika geboren waren, noemden slavenhouders Zouterwaternegers
en hun in Suriname geboren nakomelingen werden Creolen genoemd. Evenzo
heetten blanken, die in de kolonie geboren waren.5 Ontvluchte slaven en hun
nakomelingen kregen de naam Bosnegers of Marrons. Zij bewaarden hun
culturele erfgoed onbeschadigd, in vergelijking met de bewoners van het
kustgebied waar hun culturen onder de vuur lagen van de andere heersende
culturen.
Nieuw beleid was de oorzaak voor de economische neergang van de
plantages, samenhangend met de Amsterdamse beurskracht en mede door de
aanvallen van de Marrons. In de jaren zestig van de negentiende eeuw onstond er
in Europa een grote kritiek op de exploitatie van de autochtone bevolking in de
4 Over de komst van conquistadores schrijft Albert Helman in zijn Zuid-Zuid-West.
5 Volgens Van Dale is Creool ook iemand die in een ander werelddeel geboren is uit
Europese ouders, meer bepaald een afstammeling van Europeanen in de Spaans-
Amerikaanse staten en op de West-Indische eilanden. (Dale, van, Boon den T., Geeraerts
D., Sijvan der N. 2005: 696).
9
koloniën – het boek Max Havelaar vond indertijd een goede klankbodem bij de
bevolking.
In 1863 werd de slavernij in Suriname afgeschaft en tien jaar later waren
slaven werkelijk vrij. Om het tekort aan arbeidskrachten te voorkomen, werden
Chinezen uit Java en Hindoestanen uit Brits-Indië als contractarbeiders gehaald.
Hindoestanen vormden toen de grootste etnische groep. De meeste Nederlanders
gingen naar het moederland terug. “Toch was en is de gerichtheid van land en
volk op Nederland enorm. Dat kwam onder meer door de etnische
verscheidenheid. Elke groep had zijn eigen taal en cultuur en de koloniale heerser
hield de groepen zoveel mogelijk gescheiden. Deze verdeel-en-heerspolitiek had
tot gevolg dat het Nederlands of de Surinaams-Nederlands zich moeiteloos als
contacttaal kon handhaven.” 6 (Roo 2002: 199)
In de twintigste eeuw ging de neergang van de plantages door. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog is er sprake van een economische bloei, doordat het bauxiet een
belangrijke grondstof voor de geallieerden werd. Na de oorlog was er, zoals
overal ter wereld, ook in Suriname een golf van dekolonisatie. In dezelfde periode
gaan veel jongeren uit de betere kringen terug naar het moederland in Europa om
te studeren.
Het Surinaamse nationalisme ontwikkelde zich paradoxaal niet op de eigen
bodem. De voorstanders van de pro Surinaamse-nationalistische politiek-culturele
beweging hadden meestal een opleiding in Nederland gevolgd. Tot in de jaren
zeventig beheersten Nederlanders in Suriname het economische leven, maar toch
was daar een verandering gekomen: in de regering trad de eerste gouverneur van
Surinaamse afkomst in functie.
De hele twintigste eeuw wonen er Surinamers in Nederland, maar daarbij
gaat het om een relatief kleine groep van vooral studenten, hoger opgeleiden,
muzikanten, werkkrachten en verpleegsters. Na 1968 zoekenn velen hun heil in
wat Bea Vianen (1973) ironisch het paradijs overzee noemde. Voor de
onafhankelijkheid kwam de grootste immigratie golf, omdat toen de sfeer in
Suriname zich verhardde wegens groeiende conflicten tussen de
bevolkingsgroepen (met name tussen de Creolen en de Hindoestanen) Doordat er
in Nederland genoeg werk blijkt te zijn, besluit een derde van de Surinaamse
bevolking naar Nederland immigreren. In het jaar 1975 wordt het aantal
10
Surinamers in Nederland op honderd duizend geschat. In hetzelfde jaar is de
onafhankelijkheid een feit.
Het resultaat van de Surinaamse exodus is dat tegenwoordig de helft van
de inwoners van de toenmalige kolonie in Nederland woont. Dit jaar wordt het
aantal Nederlanders van Surinaams herkomst in Nederland op 342. 198 geschat.7
Men zegt dat de komst van de Surinamers een onverwachte erfenis van het
Nederlandse koloniale verleden is.
Vijf jaar na de onafhankelijkheid pleegt een groep militairen een
staatsgreep. Desi Bouterse kwam aan de macht. Militairen kregen steeds meer
kritiek, maar oppositieleiders werden geëxecuteerd. Deze gebeurtenissen staan
bekend als de Decembermoorden. Het korstondige optimisme van de jaren
daarvoor veranderde in een desillusies. De schrijvers werden door middel van
censuur tot zwijgen gebracht. Nederland stelde de ontwikkelingshulp onmiddellijk
uit, waardoor de economie van de voormalige kolonie de bodem raakte. Het land
werd internationaal afgesneden, de inflatie nam toe en er was een tekort aan
voedsel. Suriname werd niet meer als voormalige kolonie gezien maar als een
gewoon ontwikkelingsland. Sinds 1987 zijn de diplomatische betrekkingen tussen
Nederland en Suriname hernieuwd, maar blijven schommelen. In 1992 tekenden
de twee landen een verdracht van vriendschap en samenwerking, hiermee hervatte
ook de beloofde ontwikkelingshulp.
De band tussen de twee landen versterkt door de grote migratie en blijft
dankzij de moderne technologie (in het vervoer en de communicatie) behouden.
De band op het culturele niveau wordt aangetoont door het feit dat het grootste
gedeelte van de Surinaamse literatuur in Nederlandse uitgeverijen gepubliceerd
wordt. In 2005 wordt Suriname lid van de Taalunie en volgt het spellingtraject
Nederlandse Taalunie. In hetzelfde jaar worden in Woordenlijst Nederlandse Taal
500 Surinaams-Nederlandse woorden opgenomen.
Het logische resultaat van de gezamenlijke historische betrekkingen is dat
Nederland en Nederlanders in de rijke Surinaamse literatuur een rol spelen. In
vele werken verwijzen de auteurs naar de ervaringen met de cultuurverschillen die
de Surinaamse immigranten hebben meegemaakt. In principe wordt er in vele
7 Zie:
http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71090ned&LA=NL
(1. 2. 2010).
11
boeken gepleit voor betere kennis over elkaar om vooroordelen weg te nemen. In
de gekozen boeken kan men inspiratie zoeken over hoe men van de cultuurbotsing
een cultuurverrijking kan maken. Ook kan men inspiratie vinden over hoe om te
gaan met verschillen in het denken, voelen en handelen van mensen met andere
culturele achtergronden in het algemeen.
12
3 Theorieën over cultuur en cultuurverschillen
Er bestaan veel theorieën over wat de term cultuur precies omvat. “In het
dagelijkse spraakgebruik wordt de term “cultuur” veelvuldig gebruikt om naar
één of meerdere aspecten van de materiële of immateriële producten van groepen
te verwijzen zoals deze tot uitdrukking komen in de inrichting van hun sociale,
economische, natuurlijke en religieuze omgeving.”8 Dit heeft te maken met onder
andere de voorwerpen die de mensen uit verschillende culturen produceren en
gebruiken, de manier waarop ze met elkaar omgaan, gewone alledaagse zaken
(bv. groeten, eten, niet tonen van hun gevoelens, hoe ze dingen zeggen, tijd en
ruimte indelen) en de wereld om hen heen waarnemen. Vaak wordt het begrip
“cultuur” ook door wetenschappers alleen aan landen gebonden. Sommige landen
kunnen echter ook multicultureel zijn.
Andere wetenschappers definiëren deze term als de kennis die men nodig
heeft om in een situatie te kunnen functioneren: kennis van o.a. een taal, tijd en
geografische ruimte. Om een eigen cultuur te hebben moet een groep een
gezamenlijke taal hebben om hun cultuur te kunnen ontwikkelen en naar de
volgende generaties over te dragen. Ook moet men lange tijd een gezamelijk
gebied bewonen. Conform deze criteria kan vastgesteld worden dat er veel
multiculturele landen zijn.
Er zijn honderden definities van de term cultuur en daarom ook veel
theoriën over cultuurverschillen. In deze theoriën bestaan allerlei tweedelige
classificaties van culturen. Het gaat hier over de classificaties als individualistisch
tegenover collectivistisch, welke ook de meest onderzochte culturele elementen
zijn. In de individualistische culturen staat het belang van het individu centraal, in
de collectivistische culturen daarentegen ligt de aandacht op het belang van de
groep. Een voorbeeld van zo een indeling is de Nederlandse cultuur die als
individualistisch wordt gezien. Daartegenover worden de Turkse en de
Marokkaanse culturen als collectivistische culturen beschouwd. Volgens een
onderzoek over culturele variaties in emoties (Gomes de Mesquita 1993) bestaat
de neiging om te zeggen dat Nederlanders invidualistischer zijn dan Surinamers.
Andere classificaties die men in de literatuur aantreft zijn moderne tegenover
8 Zie http://www.interculturelecommunicatie.com/download/voorlichting.html (16. 2.
2010).
13
traditionele, westerse tegenover niet-westerse, fijnmazige tegenover grofmazige
en schuld- tegenover schaamte-culturen.
De grondslag aan de beroemde theorie over de culturele variabiliteit van
Hofstede (1994) is dat de nationale culturen van elkaar verschillen in de mate
waarin ze een bepaalde waarde belangrijk vinden. De nationale culturen worden
door Hofstede in de volgende dimensies ingedeeld: de mate van het collectivisme,
de machtsafstand, de mate van de onzekerheidsvermijding en de sekserollen.
Nederland is volgens deze theorie een invidualistische maatschappij en een
feminien land.9 Helaas kan men deze resultaten niet als een volledige
werspiegeling van de werkelijke culuturele verschillen gebruiken.
Rekening houdend met het feit dat elke afzonderlijke “nationale cultuur”
heterogeen is en de Surinaamse cultuur wat meer dan de andere nationale
culturen, bestaan er binnen de verschillende nationale culturen ook nog
subculturen. Dit heeft als gevolg dat het twijfelachtig is of zulke tweedelige
classificaties een nationale cultuur als de Surinaamse kunnen karakteriseren.
Er zijn nog veel andere bezwaren die men tegen komt als hij volgens zulke
klasifikatie de Surinaamse en de Nederlandse cultuur tracht te vergelijken. Het
eerst probleem is dat bij zo‟n onderzoek nauwelijks rekening wordt gehouden met
de sociale en economische achtergrond. Uit het onderzoek van Lambert (1987:
12) blijkt dat de sociale klasse waartoe ouders gerekend worden een veel grotere
invloed op de opvoeding dan de etnische afkomst heeft.
Een ander probleem is het dynamische cultuurconcept waarover de meeste
wetenschapers het eens zijn. In het dynamische cultuurconcept wordt de mens als
een actief wezen gezien. De oorspronkelijke cultuur biedt aan een immigrant een
breed scala van mogelijkheden waaruit het individu een tijdelijke keuze kan
maken die dient als een drijfveer voor zijn handelen. De culturele verandering is
onvermijdelijk, in het bijzonder bij immigranten. Immigranten ontwikkelen zich
en ze komen eerder overeen met de verwachtingspatronen en referentiekaders van
het nieuwe land. De mate en de snelheid van de ontwikkeling zijn afhankelijk van
het belang welk een individu aan een bepaald cultureel element hecht en ook of
het is toegestaan om binnen de groep af te wijken van de cultuur. De
9 De vrouwelijke waarden zouden zijn: zorg voor anderen, mensen en persoonlijke
verhoudingen zijn belangrijk, zowel mannen als vrouwen mogen zacht zijn en aandacht
hebben voor mensenlijke verhoudingen.
14
identiteitsbeleving is iets heel subjectiefs, maar de identiteit wordt niet los van de
samenleving gevormd. Deze loopt opnieuw uiteen met de theorie van Hofstede,
waarin geen rekening wordt gehouden met het dynamische karakter van de
cultuur.
In verband met de dynamiek van een cultuur is het gevoel te behoren tot
een bepaalde groep bepalend voor de eigen identiteit. Het gevoel kan verzwakt of
versterkt worden door de mening van anderen en omgekeerd. Op het
internationale vlak betekent dat, dat de attitudes van de Surinamers beïnvloedt
worden door de attitudes van Nederlanders en omgekeerd. Uit het onderzoek over
de tweede generatie allochtonen in Nederland (Hoving, Dibbits, Schrover 2005:
217) blijkt dat indien de etnische groepen een afwijzende houding van
Nederlanders ondervinden en zich gestigmatiseerd voelen, er een neiging is zich
te identificeren met de cultuur van de migranten ouders. In veel gevallen gaan zij
zich verdedigen door de Nederlandse cultuurelementen over te nemen en de
cultuur van ouders af te wijzen. Uit een aantal interviews in dit onderzoek vloeit
voortdat deze pogingen niet gelukt zijn als hun uiterlijk het anderszijn signaliseert.
Daaruit blijkt dat het verloop van een acculturatie niet eenduidig tot een segregatie
of een integratie leidt. Eveneens lijkt grote kans te zijn dat de nieuwe
cultuurelementen op den duur als eigen worden ervaren en de culturen van
migranten veranderen door de vermenging en integratie in de nieuwe cultuur.
Veel scheidslijnen tussen de culturen verdwijnen mettertijd vanzelf en andere
blijven sluimerend aanwezig.
De attitudes die de beslisende rol bij een acculturatie hebben kunnen op de
echte kennis van de twee culturen gebasseerd zijn, maar zij kunnen evenzo alleen
op de basis van stereotypen bestaan. In het volgende hoofdstuk worden eerst de
meest voorkomende stereotypen doorgenomen die over Nederlanders en
Surinamers bestaan.
15
4 Stereotypen over Nederlander s en Surinamers
Stereotypen zijn gebaseerd op generalisaties. Er zijn een heleboel
stereotypen die niets over de werkelijkheid zeggen, maar soms heeft men de
neiging om eigen denkbeelden door een stereotype laten te beïnvloeden. In de
literatuur verwijst men naar het feit dat Europese afkomst en huidskleur van
migranten een belangrijke rol speelt bij hun waarneming door derden. Ook in
Suriname wordt de sociale status beïnvloed door somatische kenmerken, maar
ook hier moet men beseffen dat het maatschappelijke klimaat zich voortdurend
ontwikkelt. Sinds het tijdperk waarin de meeste Surinamers naar Nederland
kwamen is veel gebeurd: de aanslagen van elf september, politieke moorden, het
succesverhaal van Lijst Pim Fortuyn, de populariteit van Geert Wilders. De
maatschappelijke positie van Surinamers van de jaren tachtig stijgt.10
Misschien is de neiging om alles te veralgemen een gesamelijke
eigenschap van ons allemaal. Het is mogelijk dat de behoefte aan eenvoud,
ordening en overzichtelijkheid een onderdeel van ons oeroud
beschermmingssysteem is.
4. 1 Stereotypen over Nederlanders
Allereerst worden de stereotypen die Nederlandstalige Belgen over
Nederlanders hebben bekeken. Uit onderzoek (in opdracht van Belgisch-
Nederlandse Vereniging 2000) blijkt dat de groep respondenten een goede kennis
van Nederlanders heeft.11
In het onderzoek werd Nederland met België, Duitsland,
Engeland en Frankrijk vergeleken. De meest voorkomende stereotypen onder
Nederlandstalige Belgische jongeren waren dat Nederlanders vriendelijk,
praktisch ingesteld, tolerant, dom, gierig en onhandig zijn. Hoge cijfers stonden
ook bij arrogant en lui.12
Verder bleek dat Nederlanders een veel positiever beeld over zichzelf
hebben. Dit geldt echter ook voor de omgekeerde situatie. In meta-stereotypen –
d.w.z. wat men denkt dat anderen over hun eigen groep denken, scoren
10
Geput uit:
http://www.ublad.uu.nl/WebObjects/UOL.woa/1/wa/Ublad/archief?id=1014669 (10. 3.
2010). 11
Een empirisch onderzoek in opdracht van de Belgisch-Nederlandse Vereniging: België en
Nederland in beeld, 2000, p. 27 – 77. 12
Vergl. http://www. clingendael. nl/publications/2000/20000500_cli_pap_aspeslagh. PDF
(18. 2. 2010).
16
Nederlanders positiever dan omgekeerd. Ondanks dat positieve emoties ten
opzichte van Nederlanders, overheersen bij Vlamminge en zij sympathie voor het
land tonen, zegt maar één vijfde van de Nederlandstalige Belgen dat zij een goede
ervaring met Nederlanders hebben gehad.
Hiermee wil men laten zien dat hoewel de Nederlandstalige Belgen een
goede kennis van de Nederlandse gewoonten hebben en één taal met de
Nederlanders delen, er veel stereotypen aan het licht komen. Hierdoor kan men
veronderstellen dat andere buitenladers, dus ook Surinamers, ook stereotypen over
Nederlanders hebben. Andere clichés over Nederlanders worden later behandeld.
Volgens de auteurs van het beroemde boek The Undutchabels ontbreekt
het Nederlanders niet aan eigendunk. Ze verklaren dat met beroemde uitspraken
als “Holland, het Herrezen Atlantis” of “En de Nederlanders Schiepen hun Eigen
Land”. (White & Boucke 1996: 18) Volgens hen lijken de Nederlanders alleen
gemoedelijk te zijn. In de werkelijkheid zijn ze eerder kritisch, jaloers op elkaar,
maar ze zouden ook over de hele wereld bekend staan om hun mensenlievenheid.
Hun openheid heeft te maken met het feit dat ze verwaand en koppig zijn. (White
& Boucke 1996: 9-20)
Men zou de rol van stereotypen op de eigen identiteit niet onderschatten.
De ontmoeting met de migranten moest een zekere invloed hebben op de
denkbeelden die Nederlanders hadden overzichzelf. “Wat „Nederlands‟ was, werd
steeds opnieuw gedefinieerd in relatie tot de identiteit van anderen. Nederlanders
waren afwisselend schoner, netter, preutser, godsdienstiger, minder luidruchtig,
minder misdadig en zo verder dan „vreemdelingen‟. Met de komst van migranten
met een islamitische achtergrond is een aantal van zulke categorieën in zijn
tegendeel veranderd. Nu zijn het soms migrantengroepen die verondersteld
worden netter, godsdienstiger en zediger te zijn dan de gemiddeld meer
geseculariseerde, seksueel vrijere, alcoholdrinkende Nederlanders.”13 De mate
waarin stereotypen invloed hebben op eigen denkbeelden ligt uitermate aan het
individu zelf.
Vaak heeft men de neiging om anderen als een spiegelbeeld te zien, men
denkt over de medemensen op dezelfde manier hoe men over zichzelf denkt. In de
13
Overgenomen van: http://www. dbnl. org/tekst/hovi002cult01_01/colofon. htm (1. 2.
2010).
17
ontmoeting met andere culturen wordt mensen een spiegel voorgehouden en zo
onstaan het identiteitsbesef en het zelfsbewustzijn. De confrontatie met de
vooroordelen van andere mensen dwingen hen tot nadenken over wie zij zijn.
Hetzelfde proces gebeurt ook bij migranten: ook zij herontdekten hun eigen
cultuur en identiteit in de confrontatie met Nederlanders. Stereotypen kunnen ook
tot het radicalisme leiden.
4. 2 Stereotypen over Surinamers
Over Surinamers bestaan er ook veel stereotypen en vooroordelen.
Surinamers zouden beter dan Nederlanders zijn bv. in flirten. Surinaamse jongens
zijn naar het schijnt betere versierders, goede dansers, players, maar ook minder
betrouwbaar. Een voorbeeld daarvan is bv. de reclame voor DubbelFriss.14
De
Ghanezen hebben de indruk over de Afro-Surinamers dat dezen sociale mobiliteit
minder belangrijk ervaren.15
Stereotypen bestaan ook tussen Surinamers in hun moederland zelf.
Hindoestanen klagen niet, zeggen hun mening niet, zijn achterbaks. Zo staan de
Creolen – vooral in de ogen van Hindoestanen en Chinezen – bekend als luie
mensen, voorbestemd voor een bestaan in de ambtenarij of laaggeschoolde arbeid.
“Hindoestanen, die met de Chinezen de handel overheersen, staan daarentegen
bekend als „ijverig‟ en „ambitieus‟. De Chinezen, op elke straathoek
vertegenwoordigd met een supermarkt of restaurant, staan te boek als
„geldbelust‟.”16
4. 3 Stereotypen gevonden in de Surinaamse literatuur
De vooroordelen van Nederlanders over Surinamers laat Astrid Roemer zien
in haar boek Oost West Holland Best. (1989: 114-116) Ze wil geen landgenoten
als buren hebben want de Surinamers feesten en dansen altijd, eten allerlei
uitheemse gerechten, trekken messen om meisjes, maken ruzies over de politiek
en zijn niet bang om te schieten. Anil Ramdas (1996: 69) beschrijft de Surinaamse
nationale identiteit als theatraal, rumoerig, overgevoelig, ruw en kortzichtig.
Surinamers vond hij onverdraagzaam, bevooroordeeld en bekrompen en
14
Zie http://www. youtube. com/watch?v=8b9wD_pVoFc&feature=related (20. 1. 2010). 15
Geput uit: http://www. dbnl. org/tekst/hovi002cult01_01/colofon. htm (1. 2. 2010). 16
http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article550598.ece/Oude_stereotypes_blijven_hard
nekkig_in_Suriname (7. 2. 2010).
18
Nederlanders daarentegen ruimdenked. Hij waardeerde de mondigheid van de
Nederlanders, hun democratische gezindheid, hun nuchterheid. Hij miste bij zijn
landgenoten de Nederlandse ingetogenheid, een soberheid en hun ijver. Maar hij
tegelijktijd geeft toe dat dit maar een eenvoudige opvatting is. Naarmate hij langer
in Nederland was werd zijn standpunt over de kwestie minder duidelijk.
Het is van belang om op deze plaats nog eens te benadrukken dat beelden die er
over bepaalde bevolkingsgroepen bestaan niet altijd hun feitelijke gedrag
weergeven. Toch is het aantal stereotypen dat er bestaat adembenemend.
4. 4 Stereotypen in de media
Elke lezer van hedendagse kranten is al niet verbaasd over het overwicht
van slecht nieuws. Dit komt doordat slecht nieuws nieuws is, maar goed nieuw is
geen nieuws. De toon wordt door het aantal verkochte exemplaren aangegeven.
Het verantwoordelijkheidsgevoel voor de verharding van het maatschappelijke
klimaat waait weg. Hierdoor kan het ook makkelijk gebeuren dat het in de
Nederlandse media aan het nuance ontbreekt. In diverse media artikelen, die gaan
over het plegen van een misdaad, wordt er soms de afkomst van de dader
vermeldt.17
Natuurlijk kan dit geen kwaad veroorzaken als het in het belang van
het artikel is. Wat niet terecht lijkt, is dat de auteur van zo‟n artikel twee groepen
daders onderscheidt: ten eerste autochtone daders en ten tweede allochtone daders
van wie de afkomst wordt vermeld. Evenwel zijn er veel voorbeelden van
berichten waarin de nationaliteit van de dader nadrukkelijk wordt genoemd en dat
ook in gevallen wanneer het alleen over een verdachte gaat. Vaak nuanceren de
auteurs later, maar dan is het al te laat. Wat er overblijft is, dat men de indruk
krijgt dat de hele cultuur een criminele cultuur is.
Media bepalen in grote mate onze beeldvorming, in dit geval betreft het
onze beeldvorming over allochtonen. Het vormen van dit beeld is niet door de
media zelf gemaakt, maar wordt wel door de media in het nieuws gebracht. Al
jaren lang gebruiken politieke partijen media als slagveld. De politiek praat de
bevooroordeelde kiezer naar de mond. Spanningen in de maatschappij worden in
de politiek weerspiegeld, de populariteit van Geert Wilders is hier het resultaat
van. Wat niemand bij het lezen van zulke artikelen vergeet is, dat in de stamboom
van vrijwel iedere Nederlander een buitenlander te vinden is. Zelfs in de
19
koninklijke familie, het symbool van de nationale trots, zelfs het volkslied
verwijst naar dit feit.
Het nuanceren zou in een multiculturele maatschappij meer aan de
dagelijkse orde moeten zijn. De kwestie is of het gebruik van politieke correcte
woorden helpt. Als een journalist van mening is dat alle Marokkanen criminelen
zijn komt dat in zijn taalgebruik tot uiting. Hopelijk zijn er genoeg mensen die
kritisch kijken naar de informatie die zij lezen en zijn er genoeg kranten waar dit
soort arikelen in vermeden worden.
17
Zie bijlage waar zijn voorbeelden van artikels waar Nederlandse media generaliseren.
20
5 Inlichting over cultuurverchillen in de literatuur
In bovenstaande hoofdstukken heeft men geprobeerd de obstakels aan te
tonen die men kan tegenkomen tijdens het zoeken naar cultuurverschillen.
Voordat men de werken van Suriaamse auteurs kan behandelen en conclusies kan
trekken is het noodzakelijk om op de specifieke kenmerken van de Surinaamse
bevolking te wijzen.
Nederland en Suriname zijn multiculturele landen. Het verschil ligt in het
proces van het onstaan van de Surinaamse lappendeken. Toen de slavernij was
afgeschaft groeide ook een tolerantie tot de Afro-Surinaamse uitingen. Nederland
blijft echter het oriëntatiepunt. Het erfgoed van de Nederlandse koloniale tijd is in
de Surinaamse cultuur nog immer aanwezig. Eén van de belangrijkste
voorbeelden is het gebruik van de Nederlandse taal. De taal is een belangrijke
factor die bepalend is voor de identiteit. Het enige beschikbare onderwijs was tot
de jaren zestig in het Algemeen Beschaafd Nederlands. De andere volkstalen
hadden toen nog geen eigen officiële spelling en werden in het onderwijs en de
politiek als geminacht. De rol van het onderwijs in de vorming van de nationale
identiteit valt niet te onderschatten.
In de jaren tachtig was de positie van het Surinaams-Nederlands18
in
Suriname inferieur. Edgar Cairo19
wijst in zijn boek Ik ga dood om jullie hoofd
(1980) op de minderwaardige positie van het Surinaams-Nederlands bij
Surinamers. Surinamers geven er volgens hem de voorkeur aan om het ABN te
gebruiken, welke wordt geidentificeerd met de beschaafdere Nederlandse cultuur.
Hij beschrijft hoe een Creools meisje naar hem toekomt en een boek van hem wil
kopen, maar dat mag niet in Neger-Engels (Sranan Tongo) zijn, want dat haat ze.
(Cairo 1980: 24) Hij sluit zijn beschrijvingen van de toenmalige taalsituatie
ironisch af met de opmerking dat, net als bij andere Surinaamse verschijnselen,
het Surinaams-Nederlands pas door Surinamers geaccepteerd zal worden wanneer
ook Nederlanders het mooi beginnen te vinden. (Cairo 1980: 47)
In het tweede hoofdstuk is het reeds besproken dat een aantal Surinaams-
Nederlandse woorden in de Woordenlijst van de Nederlandse Taal zijn
opgenomen. Het Surinaams-Nederlands is het resultaat van het wederzijdse
18
Surinaams-Nederlands definieert Cairo als een taal waar Sranan tongo of Sarnami of in
elke huis uit gesproken taal en het Nederlands. (Cairo 1980: 19). 19
Cairo, E. wordt vaak bekritiseerd vooral uit Surinaamse publiek voor het gebruik van een
variant van Surinaams-Nederlands zogenaamd “Cairojaans”.
21
contact tussen de twee landen. Anno 2006 heeft Suriname zich verplicht tot de
invoering van de officiële spelling van het Nederlands. Met de ondertekening van
de overeenkomst werd evenzo een werkgroep ingesteld die de taak heeft om de
Surinaams-Nederlandse spelling op te stellen en te beschrijven.
Zoals eerder al werd aangeduid, hebben het Nederlands, als officiële taal en
het Sranan (Surinaams) als de algemeene omgangstaal het grootste bereik. In
Suriname hebben meer dan twintig talen hun eigen domein. Andere belangrijke
talen zijn het Sarnami, het Javaans, het Chinees en de Marrontalen. Men kan ook
de talen van de oorspronkelijke bewoners niet vergeten die in de Arowakse en
Caraïbische taalgroepen verdeeld zijn. De taal wordt het rag van Anansi - een
element, dat alle bevolkingsgroepen samenbindt. Deze rol heeft het Nederlands in
officiële situaties. Het Nederlands is ook de taal die de gekozene auteurs bindt.
Zoveel talen en zoveel culturen dragen ertoe bij dat Suriname niet voor niks
als de kleine Verenigde Naties wordt aangeduid. De etnische verscheidenheid
komt overeen met de verscheidenheid van godsdiensten. De meest gelovigen staan
in de rij van christenen, hindoes, islamieten.20
De traditionele godsdiensten van
Afro-Surinamers en inheemsen zijn naast de Europese godsdiensten blijven
bestaan. He christendom en winti21
wordt naast elkaar uitgeoefend terwijl dat in
het algemeen in de ogen van christenen tijgenstrijdig is. De Europese godsdienst
bracht ook normen en waarden mee die met de oorspronkelijke normen en
waarden werden vermengd. Zo een cultuurbotsing is bv. het concubinaat en het
Europeese huwelijk. De etnische verscheidenheid komt ook aan het licht in het
onderwerp van de echtverbintenis. Het huwelijk van hidoestanen kan een paar
dagen duren en deze groep trouwt bijna altijd. De meerderheid van Afro-
Surinaamse vrouwen (ook christenen) geeft echter de voorkeur aan het leven in
concubinaat of de bezoeksrelatie.
Ondanks de grote Europese invloed op de Surinaamse cultuur, komen de
Afrikaanse of Aziatische wortels duidelijk naar voren. Elke bevolkingsgroep heeft
zijn eigen cultuur. De eigen culturele elementen komen tot uiting in dansen22
,
20
Geput uit: http://www.statistics-
suriname.org/images/stories/pdf/2007/census%20profiel%20website%2016jan07.pdf (25.
3. 2010). 21
Van Dale beschrijft winti als een Afro-Surinaamse godsdienst. (Dale, van, Boon den T.,
Geeraerts D., Sijvan der N. 2005: 4161). 22
In het onderzoek van Cairo, A. B. worden o.a. volgende soorten van Afro-Surinaamse
dans onderscheiden: de winti, de banja, de kotodans en werkdans. Zie
22
liederen, volksverhalen, odo‟s (spreekwoorden), kinderspelen, de Surinaamse
keuken, ten dele ook nog in kleding, sieraden, houtsnijwerken waarin symbolen
verstopt zijn.23
Veel daarvan is ook naar Nederland gebracht bv. het gebruik van
Osodresi - kruiden als geneesmiddelen. In het zevende hoofdstuk gaat men zich
bezighouden vooral met andere culturele uiting: de literatuur.
Het bonte mengsel van verschillende culturen wordt als het typische
kernmerk van Surinaamse cultuur beschouwd. Dit hoeft niet nodzakelijk te leiden
tot een multiculturele samenleving. Men ziet Suriname liever als multi-etnische
samenleving waar verchillen op de basis van somatische kenmerken, godsdienst
en cultuur dikwijls een etnische betekenis hebben.24
Een voorbeeld daarvan is het
feit dat Nederlanders in Suriname jarenlang een goede sociaal-economische
positie hebben gehad. In de ogen van veel Surinamers behoren Nederlanders tot
een goede sociale klasse. De etnische identiteit van andere bevolkingsgroepen
heeft ook een rol in het dagelijkse leven. Deze weerspiegelt de spanningen tussen
verschillende etnische groepen, met name in de rivaliteit tussen Creolen en
Hindoestanen. Tussen de Creolen onderling zijn er ook twisten. Er wordt gezegd
dat Stadscreolen op Marrons (Bosnegers) neerkijken. Een bijzondere positie in de
etnische verhoudingen hebben de moksi‟s, mensen met gemengd bloed. Ze zijn
anders: lichtgekleurden met glad of bijna glad haar. Zij liggen dichterbij de
Nederlanders en worden daarom tot de elite gerekend.
Het andere element dat alle Surinamers ten delen verbind is de
gemeenschappelijke geschiedenis. Weliswaar heeft het land niet zoveel tijd als
andere landen gehad om een natie te vormen (de nationale symbolen komen pas
de jaren zestig van vorige eeuw), toch heeft Suriname een democratische
regeringsvorm waar alle burgelijke rechten geresprecteerd worden.
De vraag wat de Surinaamse identiteit is, wat alle Surinamers van de diverse
bevolkingsgroepen gemeenschappelijk hebben, wordt vooral door auteurs gesteld
in de jaren zestig en tot de onafhankelijkheid. Zij bekritiseren de verdeeldheid of
propageren de verbinding van de bevolkingsgroepen.
http://www.dbsuriname.com/archief/nat/2004/sept04/30-09-04/Nat_Traditionele%20Afro-
Surinaamse%20dans%20wordt%20onderzocht.asp (24. 3. 2010). 23
Voorbeelden van houtsnijwerk, odo‟s en Surinaamse muziek zijn te vinden in de bijlage. 24
Er is sprake over etnische identiteit in geval dat economische en culturele verschillen
worden bepalend voor handelen van de mensen, een sociaal betekenis krijgen.
23
Terwijl de Surinamers terecht trots zijn hun vreedzame samenleving, ziet
men toch nog tekenen van het stereotyperen. 25
Dit gebeurt ook in Nederland waar
juist door de confrontatie met de andere cultuur de herontdekking van eigen
cultuur onstaat.
In het volgende hoofdstuk wordt besproken hoe bepaalde Surinaamse
auteurs de cultuurbotsing beleefd hebben. Er wordt gekeken naar de
wisselwerking tussen de denkbeelden over zichzelf en de denkbeelden van de
anderen. Deze worden geconfronteerd om de rol van werkelijke cultuurverschillen
en ook van stereotypen te ontdekken.
25
Het stereotyperen werd in het vierde hoofdstuk genoemd.
24
6 Korte profielen van de gekozen auteurs
Zoals in de inleiding wordt aangeduid waren de volgende factoren voor de
keuze van de schrijvers bepalend; het thema, de representatie van de twee grootste
bevolkingsgroepen in Suriname, het gezichtspunten van zowel man als vrouw en
de populariteit van de auteur. In het volgende deel worden de profielen van de
gekozen auteurs kort beschreven.
6.1 Anil Ramdas
Afb. 1 Anil Ramdas26
Anil Ramdas (*1958) is zoon van een Surinaamse onderwijzer en zijn
Guayanese vrouw. Hij is Hindoe opgevoegd maar is niet gelovig. Zijn opleiding,
werk en migranten ervaringen lijken een grote invloed te hebben op thema‟s van
zijn werk en zijn schrijfstijl. Al tijdens zijn opleiding in sociale geografie schreef
hij voor kranten. Vandaag de dag is hij colummist bij het nrc handelsblad. Het
boek vanwaar informaties zijn opgedaan, is een bundel van verhalen die beide
bevolkingsgroepen raakt. Bij Ramdas is moeilijk te bepalen waar de werkelijkheid
eindigt en waar de fictie begint. Makkelijk overtuigt hij de lezer van diverse
maatschappelijke thema‟s (bv. integratie, ontworteldheid van migrant, politiek)
die hij onder de loep neemt. Met een sociologische kijk probeert hij vanuit
verschillende invalshoeken de oorzaken van verschillende situaties vinden. In
1997 kreeg Ramdas E. du Perron-prijs.
26
Overgenomen van http://www.dbnl.org/auteurs/portret/ramd001_p01.gif (27. 4. 2010).
25
6.2 Bea Vianen
Afb. 2 Bea Vianen.27
Bea Vianen (*1935) is dochter van een Hindoestanse moeder en vader van
gemengd-etnische afkomst. In Het Paradijs van Oranje (1973) stelt Vianen zich
erg kritisch tegenover de levenswijze van Surinaamse migranten (vooral
Hindoestanen). Het hoofdpersonage verzet zich tegen vooroordelen van zijn
landgenoten, hun taboeïseren, hun kleingeestigheid en conflicten tussen de
bevolkingsgroepen. Zij laat in haar roman zien hoe groepstradities de vrijheid van
een idividu kunnen beperken. Zij schildert het verval van de Surinaamse cultuur af
en beschuldigt de Surinamers hiervan. Het thema van persoonlijke vrijheid,
geslotenheid en ontvluchting loopt als een rode draad door haar werk. In haar
roman komt zij via de gedachten van het hoofdpersonage, gesprekken,
herrineringen niet alleen tot kritiek, maar probeert ze ook de goede weg aan te
raden. Dat is ook het doel van Sirdjal (het hoofdpersonage) die via zijn boeken
een verandering wil brengen. De stijl van haar roman is traditioneel en ze geeft
veel aandacht aan de psyche van de personages. In vergelijking met andere
Surinaamse auteurs bv. Cairo was het gebruik van Surinaamse taalelementen in
het gekozen boek schaars en beperkte alleen tot het lexicale niveau.
27
Geput uit:
http://blogsimages.skynet.be/images_v2/002/535/747/20081106/dyn007_original_218_300
_pjpeg_2535747_b2957f84281854e86be9c08d2f6d1bb0.jpg (27. 4. 2010).
26
6.3 Astrid Roemer
Afb. 3 Astrid Roemer.28
Astrid Roemer (*1947) Afro-Surinaamse schrijfster overpeinst en uit haar
mening over verschillende actuele thema‟s in haar bundel van columns: Oost West
Holland-Best. Motieven die regelmatig herhaald worden in haar verhalen zijn de
discriminatie, de integratie, de multiculturele samenleving en de postkoloniale
relatie tussen Nederland en Suriname. Zij schrijft vaak over haar politieke visie en
vrouwenemancipatie. Met gloed maar toch bedachtzaam schrijft Roemer over het
overleven in deze wereld. Migranten in haar literatuur zijn geen ontwortelde
idividuen maar ze zijn dragers van een transnationale cultuur.
Zij experimenteert met alle genres van minder naar meer realistisch. Haar
werk varieert van poëzie, liederen, toneelstukken en romans tot colums en
reisbeschrijvingen. Dankzij het boek Neem me terug naar Suriname werd ze in
haar geboorteland populair. Zij was ook een tijd actief in de politiek als raadslid
van Groen Links. In 1999 kreeg Roemer de LiBeraturpreis voor de Duitse
vertaling van Lijken op Liefde.
28
Zie http://wordswithoutborders.org/images/people/Roemer.jpg (27. 4. 2010).
27
7 Cultuurbotsingen, cultuurverschillen en stereotypen beschreven
door gekozen Surinaamse auteurs
De oorsprong van mogelijke misverstanden tussen de cultuur van het
moederland en die van de voormalige kolonie wordt aan de hand van korte
fragmenten beschreven. Om een duidelijk beeld te krijgen van de ontmoetingen
tussen de culturen die door een koloniaal verleden worden verbonden, kan men
ook hier niet de relevante hoofdstukken van het dagelijkse leven buiten
beschouwing laten.
7. 1 De Zwarte Piet
Op 1 juli 1863 werd de slavernij afgeschaft en op 1 juli 2002 werd het
Nationaal monument van Slavernijverleden in Amsterdam onthuld. Tijdens de
feestelijke ceremonie stelde minister Van Boxtel toen vast dat in het Nederland zo
lang na de afschaffing nog steeds: “bewust of onbewust kleurbarrières aanwezig
zijn.” (Hoving, I., Dibbits, H., Schrover, M. 2005: 249)
In het boek De beroepsherinneraar en andere verhalen (Ramdas 1996: 19)
vindt de ik-persoon de figuur van de Zwarte Piet discutabel. Pas in Nederland
begrijpt hij dat het decemberfeest “een ideologische dimensie is, Sinterklaas en
zijn zwarte knecht”. (Ramdas 1996: 19) Hij beschrijft hoe de discussie over de
Zwarte Piet, die al onderdeel van een jaarlijks ritueel geworden is, verloopt.
Volgens hem heeft het feest duidelijk “een zweem van racisme” (Ramdas 1996:
19) en hij onkent het argument dat de Pieten zwart zijn geworden door de
schoorsteen: “Maar dat zijn dan rare schoorstenen, die meteen ook je haar kroes
maken, je dikke lippen geven en je raar doen rondspringen, net aapjes uit de het
bos.” (Ramdas 1996: 19) De migrantenorganisaties zeggen dat het feest een
gevoelig thema is voor de minderheden en dat het niet in de multiculturele
samenleving past. De zwarte ouders en kinderen klagen dat ze rond Sinterklaas
vaker worden gepest. “Met Sinterklaas hangen ze op de Bijnekorf” probeert een
Nederlander een grapje over Afro-Surinamers te maken. (Vianen 1973: 114)
“Some Surinamer men […] before the recent influx recall how they would
good-naturedly smile and play the role when during the period of the Sinterklaas
celebration Dutch children would take them to be Zwarte Piet.”(Hoving, I.,
Dibbits, H., Schrover, M. 2005: 263)
28
Ramdas interpreteert argumenten van de blanken door de volgende beweringen;
dat het hun feest is, dat de migranten zich maar moeten aanpassen en dat men het
speelse karakter uit het oog verliest. Volgens Ramdas (1996: 19) is het niet
belangrijk of de Zwarte Piet een racistisch symbool is, maar of je de blanke
Nederlander mag vragen om het af te schaffen. Zijn mening is dat je de folklore
niet per decreet kan veranderen.
Astrid Roemer, die het Sinterklaasfeest altijd met schroom viert, verwijst
ook naar de discriminatie tijdens het feest. “Het Sinterklaasfeest is
geïnstitutionaliseerd en gelegitimeerd racisme, maar er valt niet tegen te vechten”
(Roemer 1973: 78) In de figuur van Sinterklaas ziet zij de personificatie van de
macht en het ritueel van beloning en straf. Toch is Roemer geen verklaarde
tegenstander van dit feest. Volgens haar zal het Sinterklaasfeest authentieker zijn
als de woorden van een bekend Sinterklaasliedje,29
waarin er sprake van een
vreemdeling is die op de deur klopt en wordt binnengelaten, waarheid worden.
(Roemer 1973: 43)
29
De tekst van het Sinterklaasliedje zie in de bijlage p. 61.
29
7. 2 Schaamtecultuur
Armoede wordt niet alleen in Suriname als iets vernederends gezien.
Immigraten, die naar het westen komen, schamen zich voor wie ze zijn. Volgens
een schatting uit 2000 leeft 70% van de Surinaamse bevolking onder de
armoedegrens.30
Bea Vianen beschrijft hoe de showin-off op Schiphol van
splinternieuwe kleding zich afspeelt, wat de “begeerde glamour was, in de
vervulling van gegane het Paradijs van Oranje. Dit was het bewijs dat waar geld
is ook het leven is.” (Vianen 1973: 18) Men schrijft enthousiaste brieven naar huis
en zwijgt over de negatieve kanten van het verblijf in Nederland: een overprijste
woning, dagelijkse vernederingen, over de geringschattende blikken van
verkopers in winkels, over het optreden van de personeelschef bij sollicitaties.
(1973: 18) Surinamers worden door hun achtergronden in Nederland vervolgd.
“Nederland was geen schuilplaats, of het oord van de vergetelheid. Hier werden
de scheidslijnen aangedikt of verder doorgetrokken.” (Vianen 1973: 19)
Het hoofdpersonage Sirdjal beschrijft hoe er wordt geroddeld en hoe zijn
landgenoten elkaar afwijzen. Het gebeurt zelfs dat een Surinamer met weinig
zelfvetrouwen zich gedwongen voelt om een blokje om te lopen om zo de
confrontatie met een landgenoot te vermijden, die zijn anonimiteit zou kunnen
bedreigen. Hij is bang dat zijn landgenoot hem zal vragen waar hij woont, waar
hij werkt en hoe het met zijn studie gaat. Sirdjal vraagt zich af wat er veranderd is
aan de mensen. Hij geeft het volgende antwoord: Surinamers blijven een
onbehaaglijk gevoel houden. Ze stikken in de vooroordelen, van de
machtswellust, van hun gevoel van onbehangen. (Vianen 1973: 9) Hij was nooit
jaloers op het bezit van een ander of op diens succes. Hij zou ook niets willen
hebben alleen om maar het idee dat ook anderen het hadden, maar hij was,
volgens zichzelf, een uitzondering tussen Hindoestanen.
7. 3 Machismo
Ook al worden vrouwen overal ter wereld gediscrimineerd en staat Latijns-
Amerika hiervoor bekend, is het in België nog maar één generatie geleden dat er
geen stemrecht voor vrouwen was. Vianen (1973: 16-17) beschrijft hoe het
30
Overgenomen van: https://www. cia. gov/library/publications/the-world-
factbook/fields/2046. html, (21. 2. 2010).
30
machismo bij een hidoestaans echtpaar verloopt. De man verschuilt zich achter de
tradities de hele tijd belachelijke dingen van zijn vrouw te kunnen eisen. De
vrouw is bang voor haar man en neemt, voor de goede gang van zaken, de plaats
die hij haar in zijn leven geschonken heeft. De man tiraniseert haar, want ze is
voor hem een makkelijk slachtoffer. Bij haar kan hij zijn eigen onmacht, zijn
ziekelijke nervositeit uiten: “Hij kon zijn mannelijkheid alleen maar bewijzen
door haar aan te vallen, te vernederen, en door knorrig tegen haar te doen.”
(Vianen 1985: 16)
Vianen beschrijft ook de mening dat een vrouw alleen de rol van de moeder
moet spelen en dat de landgenoten van Sirdjal Nederlandse vrouwen zedeloos
vinden: “Nee, nee je kan niet Hindoestanen kwalijk nemen dat ze Europeanen
bandeloos vinden. Hoe kan een meisje dat naakt op televisie verschijnt ooit een
fatsoenelijke moeder worden.“ (Vianen 1973: 15) Maya, vrouw van bapa die haar
hele leven onder zijn duim zat, kwam in opstand. In haar ouderdom vindt zij haar
sterkte. Zij was al te oud om haar dromen te realiseren en nu hoeft ze zich niet de
hele dag op een veld en in de keuken uit te sloven. De situatie keert zich om en nu
tiraniseert zij bapa. Zij is stug, zwijgt hele dagen en gaat haar eigen gang. Bapa
wordt slachtoffer van zijn eigen machismo. (Vianen 1973: 130-131)
De minderwaardige positie van de vrouw in het hindoeïsme in India wordt,
door een rapport van mensenrechtenorganisatie Amnesty International, aan het
geloof toegeschreven. Maar de interpretatie van de rol van de vrouw in Vedas kan
verschillend zijn. Als er benadrukt wordt dat de hindoevrouw gehoorzaam aan
haar man moet zijn en een ondergeschikte positie in de maatschappij en het gezin
moet innemen, wordt vooral verwezen naar de ideale vrouw – godin Sita. De
ideale vrouw in Ramayana is aan haar man toegewijd en moet hem haar loyaliteit
bewijzen. Het feit dat zij ook de belichaming van de liefde, de goedheid, de trouw
en de moed is en dat zonder haar, haar man nooit de belichaming van het kwaad
zou kunnen verslaan, wordt vaak vergeten. In een ander epos vindt men de figuur
van Draupadi, een uit het vuur geboren vrouw, een voorbeeld van kracht en
intelligentie, een vrouw die voor haar rechten heeft gestreden.31
31
Geput uit:
http://www.hindulife.nl/index.php?option=com_content&view=article&id=712%3Afemini
sme-binnen-het-hindoeisme&catid=51%3Amaatschappij&Itemid=12&lang=nl (27. 3.
2010).
31
Dat cultuur iets dynamisch is wordt bewezen door de verandering in de
positie van hindoevrouwen na de aankomst in Suriname. Vrouwen waren in de
minderheid en konden op plantages geld verdienen. Wat ertoe leidde dat ze in een
sterkere positie terecht kwamen. De positie van de Hindoestaanse vrouw die naar
Nederland emmigreerde wordt zelfs nog sterker.
Bij Afro-Surinamers daarintegen was het gebruikelijker dat het hoofd van de
familie een vrouw was.32
In de koloniale tijd veranderde de positie van een slaaf.
In het begin was het verboden om families te verdelen d.w.z. gescheiden te
verkopen. Later veranderden de eigenaars snel, waardoor het fenomeen van
gebroken gezinnen ontstond. Slavenhouders voerden een beleid gericht op
reproductie en stimuleerden zelfs dat een slaaf meerdere vrouwen had.
7. 4 Individualisme van Nerdelanders
In vele studies blijken Nederlanders individualisten te zijn. Dat blijkt ook uit
een verhaal van Roemer waarin ze zich verwondert over de afstandelijke manier
waarop de Nederlanders met elkaar omgaan. Zij geeft aan dat het in Suriname
ondenkbaar is dat een van de buren zo onmerkbaar overlijdt: “dat vlak naast mijn
deur is zo iets ingrijpends en zo ongemerkt, zo doodstil als de winter voorbij is
gegaan.” ( Roemer 1973: 45)
Ramdas beschrijft in zijn verhaal de eerste gewone Nederlander die hij
ontmoette, de figuur van meneer Doets. Eerst beschouwt hij zijn buurman Doets
als een eenzame alcoholist die diepongelukkig moet zijn, want niemand is in zijn
herinneringen geïnteresseerd. In vergelijking met de derde wereld waar het
normaal is dat met de leeftijd de status, de invloed en de macht stijgen, waar
ouderen vanwege hun levensevaring werden/worden gerespecteerd is dit heel
anders. In de traditionele gemeenschap vertelden ouderen verhalen, over de
geschiedenis, vol met subjectieve informatie, die de kinderen de voorbije tijden
beter hielpen begrijpen. Maar in de herinneringen van zijn buurman lijkt niemand
geïnteresseerd te zijn en daarom drinkt hij elke dag een fles jenever op, om de pijn
van de verlatenheid te verzachten, om de dood te bespoedigen. (Ramdas 1996: 63)
32
Onderzoek uitgevoerd alleen bij lage klasse. Zie Gefferie, R. : Huwelijk en concubinaat
als samenlevingsvorm binnen de Afro-Surinaamse cultuur, 2007, p. 15.
32
Op het eind bleek dat zijn buurman helemaal niet ongelukkig was maar dat
hij van zijn eenzaamheid genoot. Over de dood van meneer Doets hoorde de ik-
figuur van de groenteman toen hij al tien dagen dood was. Hij had er niets van
gemerkt wat in de derde wereld onmogelijk zou zijn.
Ramdas zegt indirect dat het individualisme bij de grote stad hoort. (1996:
45-47) De opkomst van de stad was een mijlpaal in de geschiedenis. De
aankomende boeren moesten onderweg leren, om een moderne burger te kunnen
worden en voor zichzelf op te komen zonder de hulp van hun verwanten. Ze
waren op zichzelf aangewezen. Het individualisme werd mogelijk en men kon
zijn omgeving negeren zolang als men het zich kon veroorloven. De stad werd
toen en wordt nog steeds gezien als een plek vol spanningen, mogelijkheden en
vreemdelingen. De meerderheid van de Surinamers woont in de Randstad. De
invidualistische Nederlanders die ze daar ontmoeten hoeven niet als
karakteristieke vertegenwoordiging voor de rest genomen worden.
7. 5 Migranten
De beleving van de cultuurbotsing is hetgene wat alle migranten verbindt.
Surinamers komen weliswaar uit de wereld die tot de onafhankelijkheid sterk op
het moederland was georienteerd, waar de Nederlandse cultuur bekend was, maar
de gevoelens van een rusteloze reiziger zijn er nog steeds aanwezig. “Een migrant
is ondernemend en avontuurlijk, moedig en zwerig.” (Ramdas 1996: 50) De
tegenstrijdige emoties die de immigrant bij het vertrek voelt, beschrijft Ramdas
als “opwinding, verdriet, nervositeit en blijdschap, alles in kleine hoevelheden
maar door elkaar.” (Ramdas 1996: 57) Zijn gemengde gevoelens vergelijkt hij
met het gevoel dat men heeft als hij te laat op een feestje arriveert: de angst dat
men niet welkom is en vandaar de gevoelens van overbodigheid, van misbaarheid.
Een migrant is zonder goed excuus en niemand – hijzelf ook niet geloof in de
principiële bewegingsvrijheid. (Ramdas 1996: 54)
De beslissing om te vertrekken is als een gokspel: Surinamers hebben een
onzekere toekomst in Nederland, maar ook in hun vaderland. Een migrant bevrijdt
zich van zijn gemeenschap en van zijn geboortegrond, maar tegelijk moet hij naar
zichzelf zoeken wat het logische resultaat is van de confrontatie met de andere
cultuur. De paradox is dat de meerderheid van de Surinamers niet weten waar hun
33
grootouders precies vandaan komen, want ze waren ook meestal migranten of
slaven. Er zijn veel verhalen over de ontworteldheid en de innerlijke leegte die
men in de diaspora opdoet, over de identiteitscrisis die de vreemdeling ondergaat.
Deze thematiek is gemeenschappelijk voor de migrantenliteratuur. Vianen
beschrijft de Surinamers als een tragisch volk, want ze vluchten niet, omdat zij
voor een hongersnood vrezen, maar, omdat zij verdeeld zijn, “[...]verward en
verwaterd.” (Vianen 1973: 21)
Hoewel het volledige antwoord op de vraag waar ze vandaan komen
moeilijk te vinden is, is het nog moeilijker te beantwoorden waar de migranten
naar toe gaan. “Wij stinken van de transpiratie van het voortvluchten.” (Vianen
1973: 9) De pijn van het vertrek lijkt soms sterker te zijn dan de vreugde van de
aankomst. Pas na het vertrek wordt er gemerkt dat het opgegeven stukje grond het
dierbaarste plekje ter wereld was. Nadat zij de realiteit ontmaskeren komt vaak
een ontgoocheling die de oorzaak van heimwee wordt. Men ontwaakt uit valse
dromen en hecht zich aan een andere illusie: heimwee.
De nadelen van de verhuizing blijken al snel naar boven te komen. Zoals
een Engels spreekwoord zegt: “A rolling stone gathers no moss.33
” Migranten in
het algemeen hebben gebrek aan contacten en connecties. Is de behoefte aan een
gevoel van verwantschap de reden waarom veel migranten in grote multiculturele
steden leven? Men kan veronderstellen dat het wonen in grote steden in zekere
mate het gevoel van veiligheid met zich meebrengt. Het gevoel is op de
verwachting gebaseerd dat hun alledaagsheid een soort gewenning veroorzaakt.
Ramdas stelt zich de vraag of de migranten bang zijn voor de reacties van de
mensen die op het platteland wonen, want daar hebben de mensen geen kans
gehad om voor zichzelf uit te maken wat ze van de migranten denken. (Ramdas
1996: 41) Of is de enige reden dat grote steden meer werk bieden? In elk geval
blijkt uit de statistieken dat in de jaren tachtig, Surinamers zich vooral in grote
steden vestigden.34
33
Zie: http://dictionary.reference.com/browse/A+rolling+stone+gathers+no+moss (20. 5.
2010). 34
Vergl.: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/B423BB56-A099-4272-86B0-
2BB2021E7468/0/2007k1b15p74art.pdf (20. 3 2010).
34
7. 6 Discriminatie
Discriminatie is één van de meest onaangename kanten van de
Nederlandse maatschappij waar de Surinamers mee te maken hebben. De
discriminatie is in hun geval meestal op hun uiterlijk gericht. De geringschatting
die Nederlanders voor Surinamers hebben en de daaruit volgende discriminatie
komt volgens het hoofdpersonage van Het paradijs van Oranje voort uit de angst
van de zwarten. Surinamers lijden volgens zijn woorden onder het mama-a-
booboo-there-syndrom35
. (Vianen 1973: 18) De thematiek van
kleurbarriéres komt in het werk van Ramdas tevoorschijn: “Ik ben vreemd en mijn
vreemdheid is zelfs aan mij te zien.” (Ramdas 1996: 52) Ramdas verwijst indirect
naar het feit dat een conflict tevens veroorzaakt kan worden door de verwachting
van de nieuwkomers dat de anderen hem gaan vooroordelen. (1996: 52-55) De
verklaring van het gedrag wordt aan dagelijkse ervaringen met racistische
discriminatie toegeschreven. In Suriname is de discriminatie op basis van
somatische kenmerken ook niet vreemd. In het Paradijs van Oranje vindt een
Hindoe het heel jammer dat “al die kafri‟s”36 naar Nederland komen waar zoveel
mooie, witte mensen wonen. (Vianen 1973: 137) Volgens Vianen werden in
Nederland de scheidslijnen tussen de licht- en donkergekleurden nog aangedikt of
verder doorgetrokken. (1973: 21) Dat wordt gerepresenteerd door de figuur van
Reinhilde. Om een “echte” Surinaamse te zijn praat zij overdreven Surinaams,
zegt ze dat ze gemengdbloedig is en gaat ze zonnen om donkerder te worden.
(1973: 87)
Zij verwijt, net als andere mensen het hoofdpersonage Sirdjal, dat hij niet
anti-Hollands genoeg is. Sirdjal staat tussen twee culturen en probeert zich een
onafhankelijke positie te verwerven. Hij heeft zich aan de Nederlandse cultuur
aagepast, maar vindt het moeilijk te ontkennen dat “het witte monster” bestaat. Hij
bewijst dat sommige Nederlanders vooroordelen hebben. Hij geeft als voorbeeld
uitspraken, waarin wordt gezegd dat alle Afro-Surinames op elkaar lijken en
allemaal broeders van elkaar zijn. Ook ziet hij het gedrag van een buschauffeur
die doet alsof hij een oude vrouw met het Surinaamse accent niet verstaat. Hij
ergert zich echter niet zoveel als anderen, want hij ziet dat ook in zijn eigen land
35
Het mama-a-booboo-there-syndrom: auteur bedoeldt de angst van Nederlanders voor
Afro-Surinamers. 36
Kafri - scheldwoord afkomstig uit Surinaams-Nederlands voor negroïde Surinamer.
(Dale, van, Boon den T., Geeraerts D., Sijvan der N. 2005: 1608).
35
mensen op basis van hun uiterlijke eigenschappen worden beoordeeld. Hij ziet dat
het racisme welke de oorzaak van de Surinaamse verdeeldheid is in Nederland een
andere vorm krijgt: een anti-Nederlandse houding wat volgens hem evenzo goed
racisme is. (1973: 112-114)
De ik-figuur in het boek Oost West Holland Best is een voorstander van een
boycot-op-alle- niveaus van de apartheid in Zuid-Afrika. Ze protesteerde ook
tegen het aankopen van Zuid-Afrikaanse producten via de poster op haar deur:
“Pers toch geen Zuid-Afrikaan uit”(Roemer 1983: 23) en zoiets leidt volgens haar
niet bepaald tot vriendschap. In een ander verhaal beschrijft ze haar ervaringen
met racistische taxichauffeurs en treinconducteurs. “Hé, geeft hier: het is een
Nederlandse krant en blijf voortaan met je klauwen van onze spullen af!”(Roemer
1989: 130) Een ander voorbeeld is een verhaal waar haar buren haar vroegen of ze
niet expres naar buiten wou komen als er potentiële kopers naar hun huis kwamen
kijken, want de kopers laten het allemaal afweten – omdat ze niet zoveel geld
wilden uitgeven aan het wonen naast een zwarte vrouw. (Roemer 1989: 114-116)
Roemer stelt zich ook kritisch op ten opzichte van de discriminatie die ze
“voorkeursbehandeling” noemt. Wat toch maar schijn blijkt: “Anno 1988 weet
iedereen beter: om goed te functioneren en aldus opgenomen te worden in een
team, wordt van een allochtoon-medewerker verwacht dat die minstens de eigen
huid afwerpt en die samen met de eigen-aardigheden van cultuur, volk en land
van afkomst in de jaszak stopt en die bij de voordeur weghangt.”(1989: 34)
Roemers neemt ook de Nederlandse eis onder de loep dat de migranten zich
aanpassen moeten. De aanpassing wordt als een voortdurende play-backshow
geïnterpreteerd en terwijl Nederlandse kinderen aan het veramerikaniseren zijn,
moeten migranten zich verhollandsen. Roemers meninng over de vereiste
integratie blijkt uit volgende betoog: “Maar niemand heeft toen begrepen dat men
het meer over het etnische uiterlijk had dan over de normen en waarden van
migranten in Nederland.” (1989: 34)
De oorzaak van de discriminatie wordt vaak in de angst voor het
onbekende, een potentiël gevaar, gezocht. Als onbekenden dan (als het gevolg
ervan) nog integratieproblemen hebben wordt de negatieve mening over hen nog
verterkt. Vianen biedt ons een hele andere kijk aan: “De Hollandse angst voor het
zwarte monster even sterk is als voor het witte monster himself, gezien de
toenemende vraag naar zonnenbrandolie.”(Vianen 1973: 21)
36
7. 7 Koloniaal erfgoed
In Suriname bekleedden Nederlanders jaren lang hogere maatschappelijke
functies dan Surinamers. Veel auteurs beschrijven hoezeer de gekende hiërarchie
op zijn kop werd gezet door de ontmoeting van de eerste blanke vuilnisman,
dienstmeisje of straatveger. “Ik zal nooit vergeten dat ik absoluut verbijsterd was
toen ik voor het eerst - nu vijftien jaar geleden- in Nederland kwam en een blanke
vuilnisman zag. Zoiets kan niet dacht ik: een Hollander die vuil ruimt.”37 De
beelden over Nederlanders veranderen. De attitudes van Surinamers tegenover
Nederlanders en tegelijk tegenover zichzelf wijzigen ook.
Vianen merkt vaak op dat haar landgenoten ziekelijk nerveus zijn. Men kan
in zekere mate de innerlijke spannigen in verband met veranderingen na hun
aankomst brengen. Vianen schrijft de oorzaak ervan indirect toe aan de
minderwaardigheid gevoelens door de armoedige achtergrond en daarmee de
samenhagende sociale status. Vervolgens vrezen Surinamers dat een vroegere
kennis hun anonimiteit, waarin een soort vrijheid ligt, kan doorbreken.
Volgens de bovengeciteerde verbazing hadden bevolkingsgroepen buiten
Nederlandse kringen in Suriname een lagere sociale status dan Nederlanders. De
bronnen van nervositeit kunnen in de verwarring van veranderende rollen worden
gezien. Nederland wordt als een kansrijke land gezien. Er wordt van hen verwacht
dat zij hun kansen opwaarderen. Het geluk wordt alleen in materiele dingen
gezien. Zij hebben nu kans gekregen om hun lot te veranderen. Het wordt hen
aangeleerd om altijd een onderdanige rol in de maatschappij te vervullen. “Wees
altijd onderdanig al kost het je je vrijheid.” (Vianen 1973: 8)
Bij anderen kan dat berusten op het feit dat zij door anderen voortdurend
worden beoordeeld. De oorzaak van de rusteloosheid van de migrant kan liggen
aan het voortvluchten of aan de verwarring over hun identiteit en waar zij thuis
horen. Men kan de nervositeit aan de innerlijke ontwortelheid toedichten. Er zijn
zoveel oorzaken van deze ziekelijke nervositeit dat men vervolgens moet twijfelen
of de koloniale houding van slavenhouders op slaven als minderwaardig wezen
nog invloed kon hebben op de ziekelijke nervositeit van Hindoestanen.
Het overblijfsel van de koloniale tijd is merkbaarder in Suriname. De
kluchtige gedraging van douaniers op de luchthaven in Suriname wijt Ramdas
37
Overgenomen van:
http://www.dbnl.org/tekst/hovi002cult01_01/hovi002cult01_01_0003.php (20. 7. 2009).
37
aan de gewoonte van de dwingelandij. Hij beweert dat de autoriteit altijd in de
Surinaamse geschiedenis de rol van het tonen van de macht had en die macht
altijd de betekenis van de dwingelandij had. (1996: 37-39) Maar Roemer blijft
geloven dat de macht in Suriname in democratische sporen kan lopen. Naar
Roemers mening hebben de ervaringen met het militaire regime van Bouterse en
met de boycot van het buitenland heel veel veranderingen gebracht. Zij toont ook
een beetje sympathie voor de militairen. Ondanks dat Bouterse wist dat hij bij de
verkiezingen ging verliezen, stelde hij zich toch verkiesbaar. Iederen had van de
staatsgreep geleerd dat de sterksten overeind blijven en nu kunnen ze tot een
hechte natie groeien. (Roemers 1989: 11-13)
De koloniale erfenis blijkt in zekere mate aanwezig te zijn in de
verhouding tussen de Surinaamse gemeenschap en de Nederlandse. De moeilijke
relatie is volgens Vianen gekenmerkt door discriminatie en ongeïnteresseerdheid
tegenover Suriname. Sirdjal verwijt een Nederlandse journalist zijn eigendunk
wanneer hij ervan uit gaat dat het Sirdjals grootste doel is om door Nederlanders
te worden gelezen. Roemers verwijt de Nederlandse pers dat het in de
berichtgeving over Suriname zich laat misleiden door een relatief kleine groep
Surinamers in Nederland. Welgezeten immigranten vertellen hatelijk verhalen
over de hongersnood, om duidelijk te maken dat hun landgenoten honger gaan
lijden tot het moment dat Bouterse ze zal opeten. Ze schrijft de over de arrogantie
van de Nederlandse pers en haar irritatie hierover: ondanks de boycot en zonder
de ontwikkelingsmiljoenen zal Suriname overleven.
Vianen houdt zich bezig met het thema van de psychische integriteit
binnen een bevolkingsgroep. Dit thema is ook ten dele gebaseerd op de erfenis
van het koloniale verleden, die ervoor zorgde dat Suriname een multi-etnisch land
werd.
Het enige zekere koloniaal erfgoed van Nederlandse Surinamers ziet men
in hun aanwezigheid in Nederland. De aankomst van Surinamers kan ook als
gevolg van een historische wending gezien worden. Na de onafhankelijkheid die
Ramdas beschrijft als de tijd van bevrijding van de koloniale overheersing,
uitbuiting en onderdrukking komen Surinamers hun burgerschap verwerven.
(1996: 34-47)
38
8 Conclusies
Bij de beschrijving van de theoriën over cultuur en cultuurverschillen is
vasgesteld dat een beschrijving van nationale Surinaamse cultuurverschillen niet
volledig kan zijn zonder dat men bewust van het feit is dat binnen de Surinaamse
nationale cultuur veel eigenaardige bevolkingsgroepen zijn.
De karakteristiek van cultuurveschillen in een multi-etnische samenleving
als Suriname kan niet volkomen zijn zonder dat men de rekening met sociaal-
economische achtergronden houdt. Al deze bronnen zijn niet in de werken van
Surinaamse auteurs beschikbaar. Men moet dus constateren dat het niet mogelijk
is om alleen uit de werkstukken van de Surinaamse auteurs conclusies over de
werkelijke cultuurverschillen te trekken.
De werken kunnen als een inspiratie dienen bij de beschrijving van hoe de
Surinaamse auteurs de cultuurbotsing hebben beleefd. Om te kunnen de
cultuurbotsing tussen de Surinaamers en Nederlanders afbeelden ging men eerst in
het tweede hoofdstuk laten zien dat laatste eeuwen Suriname enorm op Nederland
gericht was. Men wijst stuk voor stuk erop dat de Nederlandse afdrukken op
verschillende facetten van het hedendaagse leven in Suriname zijn zichtbaar. De
wederzijdse invloed op de culturen leidde o.a. tot een taalvariant van Nederlands
of beter zeggen tot een nieuwe taal: Surinaams-Nederlands. De minderwaardige
positie van Surinaams-Nederlands wijst op wat de waarneming van eigen cultuur
is. Als de Nederlandse cultuur als de hoge wordt beschouwd en eigen als de lage,
is het logisch dat de mensen zich liever naar de Nederlandse oriënteren. De
houding tot de eigen cultuur heeft invloed op de waarneming van zichzelf. De
twisten tussen de bevolkingsgroepen worden naar de koloniale verdeel-en-heers-
politiek toegeschreven.
De drijfveer van de immigratie was door de sociaal-economische,
educatieve en psychologische faktoren gegeven. De aankomst van Surinamers
naar Nederland heeft in zekere mate te maken met het kolonialisme en betekende
volgende fase in de ontwikkeling van de Surinaamse en ten dele ook van de
Nederlandse cultuur. De aankomst was het moment waarop de Surinaamse cultuur
opnieuw met de Nederlandse wordt geconfronteerd. De confrontatie was in de
nieuwe tijd en ruim geplaatst.
Op het procesverloop en de resultaten van een cultuurbosting kunnen
volgens de theoriën over cultuurverschillen diverse dingen invloed hebben. Uit
39
deze theoriën blijkt dat het gevoel van het behoren tot een bepaald groep verzwakt
of vestrekt door de attitudes van anderen in de omgeving kan worden. De houding
kan op een echte kennis en ook op stereotypen gebaseerd zijn. Men liet zien
hoeveel stereotypen over elkaar bestaan en welke gevaren meebrengen. De
attitudes die gebaseerd zijn op stereotypen kunnen leiden tot een afwijzende
gedrag. Het afwijzende gedrag had in de boeken de vorm van de discriminatie. De
reactie daarop is altijd iets subjectief maar kan zich manifesteren ook in een
afwijzende gedrag. (Sirdjal zou om de echte Surinamer te zijn: anti-Hollands
zijn.) Uit de fragmenten is ook duidelijk dat de vooroordelen en discriminatie
niets vreemd tussen de bevolkingsgroepen in Suriname is. Ander voorbeeld van
de cultuurbotsing in de denkbeelden wordt door de figuur van Zwarte Piet
vertegenwoordigd. De meerderheid van Nederlanders is niet bewust van dat in het
Sinterklaasfeest een bewoner uit de voormalige kolonie de aanwezigheid van de
kleurbarrières kan zien.
Ander verschil blijkt uit de positie van een migrant. Toen Surinaamse
migranten nog officiël Nederlanders waren voelen zich en vaak worden als
vreemdelingen behandeld.
Hun avontuur is met tegenstrijdige gevoelens gevuld. De beschrijvingen over de
innerlijke ontworteldheid van het migrantebestaan, de identitiescrisis kan als een
sein zijn dat ondanks de grote invloed van Nederlandse cultuur op de Surinaamse
verschillen tussen die twee zijn.
Op de grond van drie boeken wordt vastgesteld dat in een stad wonende
Nederlanders in de ogen van de Surinaamse auteurs invidualistisch zijn. Andere
verschillen zijn in de verschillende interpretatie van de rol van de vrouw in de
maatschappij te vinden. De hoofdpersoon Sirdjal die de uitbeelding van
Nederlandse waarden zou zijn uit zich negatief over de rol van vrouw uit de
Hindoestaanse kringen. Hij interpreteert de rol van de vrouw als fatsoenlijke
moeder, die thuis met kinderen blijft en een onderdanige dienares van haar man is.
De invloedrijke elementen op de cultuurbotsing worden gezien in de
onderlinge relaties die in zekere mate met de koloniale geschiedenis zijn
bezwaard. De maatschappelijke status van Nederlanders in Suriname was en nog
steeds is hoog. De onverwachte wending in de geschiedenis veroorzaakt dat na de
vereiste onafhankelijkheid Surinamers hun heil in het Paradijs van Oranje zoeken
in Nederland. In de verwachting dat zij met hoge cultuur zullen worden
40
geconfronteerd onstaan schaamtegevoelens voor de eigen cultuur. De
minderwaardige gevoelens uiten zich in de showing-off van de nieuwe kleding en
in de gevoelens van de nervositeit.
Er werd uit het dynamische cultuurconcept gegaan en zijn actualiteit en
juistheid was meerdere malen aangetoond.
Als men het dynamische cultuurconcept probeert te apliceren aan de Surinaamse
cultuur komt naar boven de gespletenheid van Surinaamse identiteit. In een
koloniale situatie leert men zich te identificeren met spiegelbeeld dat hem door de
overheersende cultuur is aangereikt. In geval van Suriname leerde men zich te
idenficeren door de taal van de Nederlandse overheerser. Het onderwijs was
gericht op Nederland en met bewondering werd tot de Nederlandse hoge cultuur
opgekeken.
De beelden en voorstelingen over het land over dat ze zoveel op school
hebben geleert botsen met de realiteit. De verwachtingen kwamen soms niet in de
vervulling. Maar de cultuurbotsing tussen Surinamers en Nederlanders was
bijzonder in andere zin. De gekende hierarchie was op de kop gezet. De aankomst
betekende herinterpretering van eigen identiteit. Voor de zelfsidentificatie van
iemand die door de Nederlandse cultuurpolitiek opgevoegd was betekende de
aankomst een grote schok. Het aangebonden identieficatiebeeld bleek scheef te
zijn. Dat kon een bevrijdingsgevoel hebben maar ook een identitiecrisis brengen.
Velen van Surinamers hebben voor imaginaire paradijs betaald alles wat ze
hadden. Zij verliezen de illusie dat hun identiteit meer dan die van een gewoone
immigrant was.
Desondanks er risico‟s van de cultuurbotsing zijn in de vorm van:
stereotypen, visiuele barrieéres en zwaar gelaste geschiedenis kan het gevaar
vermijden worden door een nuancering en een beetje empathie. Men zou ook
beseffen dat de ontmoeting van twee nieuwe culturen tot cultuurverrijking kan
leiden. Een mooi voorbeeld kunnen de Surinaamse auteurs zijn die in de
confrontatie met anderen een vruchtbare voedingsbodem tot creatie en
zelfsontplooing hebben gevonden.
41
9 Resumé in het Tsjechisch
Surinam je přirovnáván ke kaleidoskopu pro svou etnickou a náboženskou
pestrost. Přestože tato země byla před nezávislostí propojena ve všech směrech
s Nizozemím, objevuje se v knihách surinamských autorů téma kulturního střetu.
Cílem práce je popsat, jak toto téma surinamští autoři zpracovali a jaké
jsou možné příčíny kulturního střetu. Příchod Surinamců byl v jisté míře výsledek
koloniálního období a další stopy společné minulosti se opětovně objevují i ve
složitém vzájemném vztahu mezi obyvateli Surinamu a vztahu mezi Nizozemím a
Surinamem. Pro pochopení těchto vztahů je pozornost věnována dějinám
Surinamu. Před rozborem kulturního střetu v dílech autorů jsou rozebrány teorie o
kulturních rozdílech. Z teorií vyplývá, že lze multi-etnickou společnost, jakou je
Surinam, charakterizovat na národní úrovni pouze pomocí rozsáhlého výzkumu,
kde by byly zahrnuty všechny aspekty (i sociálně ekonomický) a všechny skupiny
obyvatel. Přesto jsme se pokusili ukázat na specifické rysy Surinamské
společnosti.
Z teorií o kulturních rozdílech také vyplývá, že kulturu je nutno chápat
jako dynamický proces, při kterém nejen o přijetí do nové skupiny rozhoduj
postoj obou stran. Jelikož jejich postoj může být ovliněn stereotypy, je jim také
věnována pozornost. Jako hlavní zdroj pro popis kulturního střetu sloužila díla
vybraných autorů. Krátkými fragmenty bylo naznačeno, jak autoři vnímali
kulturní střety. Témata, která autory spojovala byly např. protichůdné pocity
migrantů, odlišná role ženy ve společnosti, nizozemský individualismus a pocity
studu, které vznikají při vidině konfrontace s vyšší Nizozemskou kulturou.
Kulturní střet je mezi bývalou kolonií a mateřskou zemí specifický i
v jiném ohledu. Pro Surinamce tento střet znamenal přehodnocení obrazu o sobě
samých, se kterým se identifikovali. To mohlo vést k existenční krizi nebo také
k osvobození od přežitků z minulosti. Příkladem, že v konfrontaci mezi kulturami
je možné najít nejen střet, ale i obohacení, jsou vysoce cenněná literární díla
surinamský autorů.
42
10 Summary in English
Despite of the fact that Suriname was a long time orientated in every way
on the Netherlands appears the topic of the culture clash in the books of the
Surinamese authors.
The goal of this bachelor‟s work was to discribe how the Surinamese
writers have discribed this topic and what are posibble reasons of the culture
clash.
The arrival of Surinamese people was particularly a result of the colonial
past and further remains of the colonial past appears in their complicated
relationship. To understand these reliationships was paid attention to the history of
Suriname. Before will take a place an analyse of the culture clash of the chosen
books theories about the culture differences are reviewed the. According to the
theories about the cultural differences it‟s impossible the multiethnic society as
Suriname characterize on the national level without ample research where all
communities and all aspects (even social- ethnisch aspect) will be included.
Despite of it we„ve attemted to show the specific traits of the Suriname society.
According these theories is also necessary to attend the term culture as something
dynamic. In addition about the acception by the group are diceding both sides.
Because this attitude can be influenced by stereotypes, we will focus on the
stereotypes as well.
The chosen books were the main source for the discription of the culture
clash. Thanks to the shorts fragments was indicated how the authors observed the
culture clash. The writers were connected by topics e.g.: migrants thema‟s, the
different role of the women in the society, Dutch individualism, feelings of the
shame which were arising in the view of the confrontation with the higher Dutch
culture.
However the culture clash between mother country and former colony
specific in other way. For the Surinamese people was this confrontation a moment
of the reassessmet of the impression with they have identified themself. This
could lead to the crises of the identity or to the feeling of relief. The praised books
of the Surinamese authors were example that in the confrontation between the
cultures is possible to find not only the culture clash but also an enrichment.
43
Anotace
Katedra Nederlandistiky, Filozofická fakulta.
Autor: Pešoutová Jana,
Téma: Het thema van de cultuurbotsing bij de gekozen Surinaamse auteurs.
The topic of the culture clash by the chosen Surinamese writers.
Vedoucí práce: PhDr. Eva Brázdová Toufarová
Počet stran: 59
Počet příloh: 3
Počet titulů použité literatury: 15 v knižní podobě, 19 internetové zdroje.
Klíčová slova: kulturní střet, stereotypy, Surinamská historie,
Kulturní rozdíly, Ramdas, A., Vianen, B., Roemer, A., migrantska literatura,
Zwarte Piet, kultura studu, mačismus, nizozemský individualismus, discriminace,
koloniální dědictví.
Charakteristika: Práce se zabývá tématem kulturního střetu u vybraných
surinamských autorů jmenovitě: Ramdas, A. Roemers, A. a Vianen B. Za cíl si
také klade popsat příčiny případného střetu, které jsou hledány ve dějinách,
teoriích o kulturních rozdílech a stereotypech. Následně jsou rozebrány knihy od
vybraných autorů, kde se kulturní střet, kulturní rozdíly či stereotypy objevují.
44
Bibliografie
Boon, Ton den., Geeraerts Dirk, Sijvan Nicoline van der, Groot woordenboek van
de Nederlandse taal / Van Dale. 14e, herz. uitg., Utrecht [etc.] : Van Dale
Lexicografie, 2005.
Cairo, Edgar, Ik ga dood om jullie hoofd. Haarlem: In de Knipscheer, 1980.
Gomes de Mesquita, Batja, Cultural variations in emotions : a comparative study
of Dutch, Surinamese and Turkish people in the Netherlands. Proefschrijft
Universiteit van Amsterdam, 1993.
Hofmanova, Lenka, Nederlandstalige Surinaamse literatuur binnen en buiten
Surinam. 2005.
Hofstede, Geert, Allemaal andersdenkenden, Omgaan met cultuurverschillen.
Amsterdam: Contact, 1994.
Kempen, van Michiel, Een geschiedenis van Surinaamse literatuur. deel II.,
Breda: De Geus, 2003.
Nimwegen, Dirk van: Presentatie over de rol van cultuur in communicatie. 2010,
(niet official uitgegeven).
Pieterman, K.G. (red.), Elementen van Bijbelvertalen. Nederlands
Bijbelgenootschap, 1992.
Ramdas, Anil, De beroepsherinneraar en andere verhalen. Amsterdam:
Uitgeverij De Bezige Bij, 1996.
Roemer, Astrid, Nergens ergens. Haarlem: In de Knipscheer, 1983.
Roemer, Astrid, Oost West Holland-Best: columns. Schoorl: Conserve, 1989.
Roo, Jos de(samest.door), Ander geluid: Nederlandstalige literatuur uit Suriname.
Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, 1990.
Shahbazi, Nikita: Aardappeleeters en allochtonen: Wat is er misgegaan?.
Soesterberg: Aspekt, 2005.
Van Haver, Griet: Nederland-en Vlaanderenkunde, België, Nederland en
Vlaanderen van de negentiende tot de eenentwintigste eeuw. 2009, (niet official
uitgegeven).
Vianen, Beane: Het Paradijs van Oranje. Amsterdam: Em.Querido‟s Uitgeverij
B.V., 1973.
White, Colin, Boucke, Laurie, The Undutchables, Leven in Holland. Amsterdam:
Singel Pockets, 2001.
45
Samengest. door Anne Frank Stichting: Vooroordelen vertekenen. Amsterdam:
Anne Frank Stichting, 1997.
46
Internetbronnen
http://www.acbkenniscentrum.nl/vluchtelingen (15. 10. 2010)
https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/fields/2046.html (21.
2. 2010).
http://culturebeats.kennisnet.nl/Mixtweb/Surinamt.htm (13. 4. 2010).
http://www.clingendael.nl/publications/2000/20000500_cli_pap_aspeslagh.PDF(1
8. 2. 2010).
Hoving, Isabelen en Dibbits, Hester en Schrover, Marlou (red.), Cultuur en
migratie in Nederland. Veranderingen van het alledaagse 1950-2000. Den Haag:
Sdu Uitgevers, 2005.
http://www. dbnl. org/tekst/hovi002cult01_01/colofon. htm (20. 1. 2010).
Gefferie, Rachel, Huwelijk en concubinaat als samenlevingsvorm binnen de Afro-
Surinaamse cultuur, 2007. http://panafstrag-suriname.com/?p=13 (28. 3. 2010).
http://www.hindulife.nl/index.php?option=com_content&view=article&id
=712%3Afeminisme-binnen-het-
hindoeisme&catid=51%3Amaatschappij&Itemid=12&lang=nl (27. 3. 2010).
http://www.hinduwijzer.nl/Discussie/de-vrouw-in-het-hindoee-de-gemeenschap-
1.html (27. 3. 2010).
http://www.interculturelecommunicatie.com/content/view/14/1/ (17.2.2010).
Kempen, van Michiel, Een geschiedenis van Surinaamse literatuur, Deel 2,
Paramaribo: Okopipi, 2002.
http://dbnl.nl/tekst/kemp009gesc02_01/kemp009gesc02_01_0021.php (12. 4.
2010).
Kempen, van Michiel, De geest van Waraku, Kritieken over Surinaamse
literatuur, Brussel: Uitgeverij Zuid, Haarlem, 1993.
http://www.dbnl.org/tekst/kemp009gees01_01/kemp009gees01_01_0031.php (28.
3. 2010).
Lambert, W. E., The fate of old-country values in a new land: A crosscultural
study of child reasoning,
1987.http://www.interculturelecommunicatie.com/download/voorlichting.html
(16. 2. 2010).
http://www.nrc.nl/dossiers/suriname/geschiedenis_na_1975/ (29. 3. 2010).
Roo, Joos de, Hollandse hovaardij. Moderne Surinaamse schrijvers over
Nederland. http://www.dbnl.org/tekst/roo_001holl01_01/ (20. 7. 2009).
http://www.scriptiebank.be/index.php?page=44&id=433 (17.2.2010).
Verkruijsse, P. J. H., Letterkundig lexicoon voor de nederlandistiek, 2002.
http://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0019.php (30. 3.
2010).
http://www.volkskrant.nl/archief_gratis/article550598.ece/Oude_stereotypes_blijv
en_hardnekkig_in_Suriname (20. 1. 2010).
http://www.wereldjournalisten.nl/artikel/2010/03/09/shatnie/ (27. 3. 2010).
http://websteksint.tripod.com/liedjesteksten1.htm (13. 4. 2010).
47
BIJLAGEN
Bijlage 1 Voorbeelden van artikels waar vooroordelen over minderheden
zijn.
Reljongeren pesten homo weg
http://www.telegraaf.nl/binnenland/5384271/__Reljongeren_pesten_homo_weg__
.html (20. 10. 2009).
http://www.telegraaf.nl/binnenland/5072668/__Marokkanen_terroriseren_wijk_O
_hout__.html (20. 10. 2009).
Marokkanen terroriseren Oosterhoutse wijk
http://www.telegraaf.nl/binnenland/5167115/___Marokkaans_tuig_terroriseert_pa
rk___.html (20. 10. 2009).
Marokkaanse jeugd: Straf aso's harder
http://www.telegraaf.nl/binnenland/4711817/__Marokkanen__Straf_aso_s_harder
__.html?p=7,1 (20. 10. 2009).
48
Bijlage 2 Sinterklaaslied
1. Sinterklaaslied: Hoor wie klopt daar kinderen38
Hoor wie klopt daar kinderen,
Hoor wie klopt daar kinderen.
Hoor wie tikt daar zachtjes tegen 't raam.
't Is een vreemdeling zeker,
die verdwaalt is zeker.
'k Zal eens even vragen naar zijn naam:
Sint Nicolaas, Sint Nicolaas
brengt ons vanavond een bezoek
en strooit dan wat lekkers
in d' één of andere hoek.
38
Overgenomen van: http://websteksint.tripod.com/liedjesteksten1.htm (13. 4. 2010).
49
Bijlage 3 Voorbeelden van Surinaamse odo’s, houtsnijwerk, muziek
3.1 Houtsnijwerk
Om te bewijzen dat een Marron-man volwassen is, moet hij houtsnijkunst kunnen
beheersen. Aan zijn aanstaande vrouw moet hij rijk versierde voorwerpen
(kammen, roerlepels, schalen en andere) geven. De talrijke motieven hebben een
betekenis.
Het motief van Anansi (nr. 1) is het symbool van slimheid, handigheid en vooral
sluwheid.
Het motief van de zon (nr. 2) is een symbool voor de eidigheid van het menselijke
bestaan.
Het derde motief (nr. 3) heeft de betekenis van een harmonische verhouding die
een man en een vrouw graag samen zouden willen hebben.
1. Motief van Anansi39
2. Motief van zon40
3. Motief van harmonische verhouding41
39
http://www.suriname.nu/201cult/hout02.html ( 20. 4. 2010). 40
http://www.suriname.nu/201cult/hout02.html ( 20. 4. 2010). 41
http://www.suriname.nu/201cult/hout02.html ( 20. 4. 2010).
50
3.2 Odo’s
Odo’s zijn spreekwoorden die in het dagelijks leven van populairiteit genieten en
ook door de Surinaamse auteurs – vooral dichters – worden gebruikt. In odo‟s is
de geschiedenis van de Creolen terug te vinden. Een groot deel is tijdens de
slavernij ontstaan. Een voorbeeld van een spreekwoord van die tijd is een dat naar
de nachtelijke overvallen op plantages door Marrons verwijst:
“A no de bariman d'e broko pranasi.” (Het zijn niet de schreeuwers die de
plantage plunderen.)42
(Kempen 2002: 270)
Odo‟s zijn samegebonden met meerdere culturele uitingen: met het boven
genoemde houtsnijwerk, Osodresi43
en kleding. Er bestaan de verbindingen tussen
gezegden en verschillende vormen van het binden van een hoofddoek of het
dragen van verschillende rokken.
3.3.1 De traditionele Creoolse en Marronse muziek
De traditionele Creoolse en Marronse muziek is sterk beïnvloed door de muziek
van de vroegere Afrikaanse slaven. In hun muziek is het wintigeloof te vinden
waarin de trommels erg belangrijk zijn. Naast deze is er ook een populaire
creoolse muziekvorm – kawina, de creoolse volksmuziek. Kawina ontstond na de
afschaffing van de slavernij. Kawina is dans- en amusementsmuziek. De teksten
gaan over het dagelijks leven. Er wordt ook op speciale trommels gespeeld als bv.
de zigzag of schudbus en de kwa-kwa bangi. Een belangrijk kenmerk is dat er in
een roep- en antwoordpatroon gezongen wordt.
3.3.2 Hindoestaanse muziek
De instrumenten van de klassieke Indiase muziek zijn sitar, sarangi, vina en tabla.
De religieuze muziek is de baithak ghana waarbij andere speciale instrumenten
43
Kruiden gebruiken als geneesmiddelen.
51
worden gebruikt. Er bestaan tevens speciale muziekvormen voor bruiloften en
geboorten.