+ All Categories
Home > Documents > MAANDAG IN HET PAASOCTAAF 1. INTROITUS 1. · Et dixérunt : De Iesu Na-zaréno, qui fuit vir...

MAANDAG IN HET PAASOCTAAF 1. INTROITUS 1. · Et dixérunt : De Iesu Na-zaréno, qui fuit vir...

Date post: 24-Oct-2020
Category:
Upload: others
View: 3 times
Download: 0 times
Share this document with a friend
15
MAANDAG IN HET PAASOCTAAF 1. INTROITUS Introdúxit vos Dóminus in terram fluéntem lac et mel, allelúja: et ut lex Dómini sem- per sit in ore vestro, allelúja, allelúja. Confitémini Dómino et invocáte nomen ejus: an- nuntiáte inter gentes ópera ejus. Glória Patri, et Fílio, et Spirítui Sancto. Sicut erat in princípio, et nunc, et sem- per, et in sǽcula sæculórum. Amen. 1. INTROITUS De Heer heeſt u binnenge- voerd in een land dat over- vloeit van melk en honing, alleluia. Loof de Heer, en roep zijn Naam aan, en verkondig onder de volken zijn werken. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen, Amen.
Transcript
  • MAANDAG IN HET PAASOCTAAF1. INTROITUSIntrodúxit vos Dóminus in terram fluéntem lac et mel, allelúja: et ut lex Dómini sem-per sit in ore vestro, allelúja, allelúja. Confitémini Dómino et invocáte nomen ejus: an-nuntiáte inter gentes ópera ejus. Glória Patri, et Fílio, et Spirítui Sancto. Sicut erat in princípio, et nunc, et sem-per, et in sǽcula sæculórum. Amen.

    1. INTROITUSDe Heer heeft u binnenge-voerd in een land dat over-vloeit van melk en honing, alleluia. Loof de Heer, en roep zijn Naam aan, en verkondig onder de volken zijn werken.Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest, zoals het was in het begin, en nu, en altijd, en in de eeuwen der eeuwen, Amen.

  • 2. COLLECTADeus, qui sollemnitáte pas-cháli, mundo remédia con-tulísti: pópulum tuum, quǽsumus, cœlésti dono proséquere; ut et perféctam libertátem consequi mereátur, et ad vitam profíciat sempi-térnam. Per eundem Dómi-num nostrum Iesum Chris-tum Filium tuum, qui tecum vivit et regnat, in unitate Spi-ritus Sancti, Deus, per omnia sæcula sæculorum. Amen.

    2. COLLECTAGod, die ons vandaag - door de overwinning van uw enig-geboren Zoon over de dood, de poorten van de eeuwig-heid hebt ontsloten: wil onze goede begeerten, die Gij met uw ingeving tegemoet gaat, ook met uw genade begelei-den. Door onze Heer Jezus Christus uw Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid van de Heilige Geest, God, door de eeuwen der eeuwen. Amen.

  • EPISTELIn diébus illis : Stans Petrus in médio plebis, dixit : Viri fratres, vos scitis, quod fac-tum est verbum per univers-am Iudǽam : incípiens enim a Galilǽa, post baptísmum, quod prædicávit Ioánnes, Iesum a Názareth : quómo-do unxit eum Deus Spíritu Sancto et virtúte, qui per-tránsiit benefaciéndo, et sanándo omnes oppréssos a diábolo, quóniam Deus erat cum illo. Et nos testes sumus ómnium, quæ fe-cit in regióne Iudæórum et Ierúsalem, quem occidérunt suspendéntes in ligno. Hunc Deus suscitávit tértia die, et dedit eum maniféstum fíeri, non omni pópulo, sed tés-tibus præordinátis a Deo : nobis, qui mandticávimus et bíbimus cum illo, postquam resurréxit a mórtuis. Et præ-cépit nobis prædicáre populo et testificári, quia ipse est, qui constitútus est a Deo iudex vivórum et mortuórum. Huic omnes Prophétæ testimóni-

    Gij weet wat er overal in het joodse land gebeurd is; hoe Jezus van Nazaret zijn optre-den begon in Galilea na het doopsel dat Johannes predik-te, en hoe God Hem gezalfd heeft met de heilige Geest en met kracht. Hij ging weldoen-de rond en genas allen, die onder de dwingelandij van de duivel stonden, want God was met Hem. En wij zijn getuigen van alles wat Hij in het land van de Joden en in Jeruzalem gedaan heeft. Hem hebben ze aan het kruishout geslagen en vermoord. God heeft Hem echter op de derde dag doen opstaan en laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan de getuigen die door God tevoren waren uitgekozen, aan ons, die met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de do-den was opgestaan. Hij gaf ons de opdracht aan het volk te prediken, en te getuigen dat Hij de door God aangestelde rechter is over de levenden en de doden. Van Hem leggen

  • um pérhibent, remissiónem peccatórum accípere per no-men eius omnes, qui credunt in eum. Deo gratias!

    3. GRADUALEHæc dies, quam fecit Dó-minus: exsultémus et læté-mur in ea. Dicat nunc Israël, quóniam bonus: quóniam in sǽculum misericórdia ejus.

    ALLELUIAAllelúja, allelúja. Angelus Dómini descéndit de cœlo: et accédens revólvit lápidem, et sedébat super eum.

    SEQUENTIEVíctimæ pascháli laudes ím-molent Christiáni.Agnus rédemit oves: Christusínnocens Patri reconciliávit peccatóres.Mors et vita duéllo conflixére mirándo: dux vitæ mórtuus regnat vivus.Dic nobis, María, quid vidísti

    alle profeten het getuigenis af, dat ieder die in Hem gelooft, door zijn Naam vergiffenis van zonden verkrijgt.” Wij danken God!

    3. GRADUALEDit is de dag die de Heer heeft gemaakt, laten wij daar-om jubelen en ons verblijden. Laat Israël nu zeggen dat Hij goed is: voor eeuwig duurt zijn genade.

    ALLELUIAAlleluia, alleluia. Een engel van de Heer daalde uit de hemel neer. Hij trad nader, wentelde de steen weg en ging erop zitten. Alleluia.

    SEQUENTIELaten de christenen aan het Paaslam huldezangen wijden.Het Lam heeft nu de schapen vrijgekocht; en Christus, die zonder zonden was, heeft de zondaars met de Vader weer verzoend. Dood en leven streden een wondere strijd; de vorst des levens, die gestorven

  • in via?Sepúlcrum Christi vivéntis et glóriam vidi resurgéntis.Angélicos testes, sudárium et vestes.Surréxit Christus, spes mea: præcédet vos in Galilǽam.Scimus Christum surrexís-se a mórtuis vere: tu nobis, victor Rex, miserére. Amen. Allelúja.

    EVANGELIEIn illo témpore : Duo ex discípulis Iesu ibant ipsa die in castéllum, quod erat in spátio stadiórum sexagínta ab Ierúsalem, nómine Em-maus. Et ipsi loquebántur ad ínvicem de his ómnibus, quæ accíderant. Et factum est, dum fabularéntur et secum quǽrerent : et ipse Iesus appropínquans ibat cum illis : óculi autem illórum tene-bántur, ne eum agnóscerent. Et ait ad illos : Qui sunt hi sermónes, quos confértis ad

    was, heerst nu in onverganke-lijkheid. Zeg ons, Maria, wat hebt gij op uw weg gezien?Ik zag het graf van de levende Christus en de heerlijkheid van de Verrezene; zijn enge-len zag ik als getuigen en ook de zweetdoek en het graf-kleed. Christus, mijn hoop, is verrezen! Hij zal de zijnen voorgaan naar Galilea.Nu weten wij, dat Christus uit de doden is verrezen. Gij, overwinnaar Koning, ontferm u over ons. Amen. Alleluja.

    Juist die dag waren er twee van hen op weg naar een dorp, dat Emmaüs heette en zestig stadiën van Jeruzalem lag. Zij spraken met elkaar over alles wat was voorgeval-len. Terwijl zij zo aan het pra-ten waren en van gedachten wisselden, kwam Jezus zelf op hen toe en liep met hen mee. Maar hun ogen werden verhinderd Hem te herken-nen. Hij vroeg hun: ‘Wat is dat voor een gesprek dat gij onderweg met elkaar voert?’

  • ínvicem ambulántes, et estis tristes ? Et respóndens unus, cui nomen Cléophas, dixit ei : Tu solus peregrínus es in Ierúsalem, et non cognovísti, quæ facta sunt in illa his dié-bus ? Quibus ille dixit : Quæ ? Et dixérunt : De Iesu Na-zaréno, qui fuit vir Prophéta potens in ópere et sermóne, coram Deo et omni pópulo : et quómodo eum tradidérunt summi sacerdótes et prínci-pes nostri in damnatiónem mortis, et crucifixérunt eum. Nos autem sperabámus, quia ipse esset redemptúrus Israël : et nunc super hæc ómnia tér-tia dies est hódie, quod hæc facta sunt. Sed et mulíeres quædam ex nostris terruérunt nos, quæ ante lucem fuérunt ad monuméntum, et, non in-vénto córpore eius, venérunt, dicéntes se étiam visiónem Angelórum vidísse, qui di-cunt eum vívere. Et abiérunt quidam ex nostris ad monu-méntum : et ita invenérunt, sicut mulíeres dixérunt, ipsum vero non invenérunt.

    Met een bedrukt gezicht bleven ze staan. Een van hen, die Kleopas heette, nam het woord en sprak tot Hem: ‘Zijt Gij dan de enige vreemde-ling in Jeruzalem, dat Gij niet weet wat daar dezer dagen ge-beurd is?’ Hij vroeg hun: ‘Wat dan?’ Ze antwoordden hem: ‘Dat met Jezus de Nazarener, een man die profeet was, machtig in daad en woord in het oog van God en heel het volk; hoe onze hogepriesters en overheidspersonen Hem hebben overgeleverd om ter dood te worden veroordeeld en Hem aan het kruis hebben geslagen. En wij leefden in de hoop, dat Hij degene zou zijn die Israël ging verlossen! Maar met dit al is het reeds de derde dag sinds die dingen gebeurd zijn. Zelfs hebben een paar vrouwen uit ons midden ons in de war ge-bracht; ze waren in de vroegte naar het graf geweest, maar hadden zijn lichaam niet gevonden en kwamen zeggen, dat zij ook nog een verschij-

  • Et ipse dixit ad eos : O stulti et tardi corde ad credén-dum in ómnibus, quæ locúti sunt Prophétæ ! Nonne hæc opórtuit pati Christum, et ita intráre in glóriam suam ? Et incípiens a Móyse et ómnibus Prophétis, interpretabátur illis in ómnibus Scriptúris, quæ de ipso erant. Et appropin-quavérunt castéllo, quo ibant : et ipse se finxit lóngius ire. Et coëgérunt illum, dicéntes : Mane nobiscum, quóniam advesperáscit et inclináta est iam dies. Et intrávit cum illis. Et factum est, dum recúmbe-ret cum eis, accépit panem, et benedíxit, ac fregit, et porrigébat illis. Et apérti sunt óculi eórum, et cognovérunt eum : et ipse evánuit ex óculis eórum. Et dixérunt ad ín-vicem : Nonne cor nostrum ardens erat in nobis, dum loquerétur in via, et aperíret nobis Scriptúras ? Et surgén-tes eádem hora regréssi sunt in Ierúsalem : et invenérunt congregátas úndecim, et eos, qui cum illis erant, dicéntes :

    ning van engelen hadden gehad, die verklaarden dat Hij weer leefde. Daarop zijn enkelen van de onzen naar het graf gegaan en bevonden het zoals de vrouwen gezegd hadden, maar Hem zagen ze niet.’ Nu sprak Hij tot hen: ‘O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben! Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?’ Begin-nend met Mozes verklaarde Hij hun uit al de profeten wat in al de Schriften op Hem betrekking had. Zo kwamen ze bij het dorp waar ze heen gingen, maar Hij deed alsof Hij verder moest gaan. Zij drongen bij Hem aan: ‘Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde.’ Toen ging Hij binnen om bij hen te blijven. Terwijl Hij met hen aanlag nam Hij het brood, sprak de zegen uit, brak het en reikte het hun toe. Nu gingen hun ogen open en zij herkenden Hem, maar

  • Quod surréxit Dóminus vere, et appáruit Simóni. Et ipsi narrábant, quæ gesta erant in via : et quómodo cognovérunt eum in fractióne panis. Laus Tibi, Christe!

    Hij verdween uit hun gezicht. Toen zeiden ze tot elkaar: ‘Brandde ons hart niet in ons, terwijl Hij onderweg met ons sprak en ons de Schriften ont-sloot?’ Ze stonden onmiddel-

    lijk op en keerden naar Jeruzalem terug. Daar vonden ze de elf met de mensen van hun groep bijeen. Deze verklaarden: ‘De Heer is werkelijk verrezen, Hij is aan Simon verschenen.’ En zij van hun kant vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe Hij door hen herkend werd aan het breken van het brood. Lof zij U, Christus.

  • 4. OFFERTORIUMAngelus Dómini descéndit de cœlo, et dixit muliéribus: Quem quǽritis, surréxit, sicut

    4. OFFERTORIUMEen engel van de Heer daalde uit de hemel af, en zei tot de vrouwen: Hij die jullie zoeken

  • dixit, allelúja.

    5. SECRETASúscipe, quǽsumus, Dómi-ne, preces pópuli tui cum oblatiónibus hostiárum: ut, paschálibus initiáta mystériis, ad æternitátis nobis medélam, te operánte, profíciant. Per Dóminum nostrum Iesum Christum Filium tuum, qui tecum vivit et regnat, in uni-tate Spiritus Sancti, Deus, per omnia sæcula sæculorum. Amen

    6. PREFATIEDominus vobiscum, et cum spiritu tuo.

    Sursum corda,habemus ad Dominum.

    Gratias agamus Domino Deo nostro,Dignum et iustum est.

    Vere dignum et justum est,æquum et salutáre: Te qui- dem, Dómine, omni témpore,

    is verrezen zoals Hij gezegd heeft, alleluia.

    5. SECRETAWij smeken U, Heer, aan-vaard de gebeden van uw volk tegelijk met de offergaven, opdat het Offer dat door de paasgeheimen is ingeluid, ons door uw werking tot genees-middel ter zaligheid mag strekken. Door onze Heer Jezus Christus uw Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid van de Heilige Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen. Amen.

    6. PREFATIEDe Heer zij met u,en met uw geest.

    Verheft uw hart,Wij zijn met ons hart bij de Heer.Brengen wij dank aan de Heer onze God,Hij is onze dankbaarheid waardig.Waarlijk passend en eerlijk is het, redelijk en heilzaam, U Heer altijd maar vooral

  • sed in hac potissímum die (vel in hoc potíssimum) glo-riósius prædicáre, cum Pa-scha nostrum immolátus est Christus. Ipse enim verus est Agnus, qui ábstulit peccáta mundi. Qui mortem nostram moriéndo destrúxit et vitam resurgéndo reparávit. Et ídeo cum Angelis et Archángelis, cum Thronis et Dominatióni-bus cumque omni milítia cœléstis exércitus hymnum glóriæ tuæ cánimus, sine fine dicéntes:

    op deze dag (of: in deze tijd) jubelend lof te zingen, nu ons Paaslam geslacht is, Christus. Want Hij is het ware Lam, dat de zonden van de wereld heeft weggenomen. Die onze dood door zijn sterven heeft vernietigd, en ons leven door zijn verrijzenis heeft hersteld. Daarom zingen wij met de engelen en aartsengelen, met de tronen en heerschappijen en met heel de hemelse le-gerschaar het loflied van uw heerlijkheid en zeggen zonder ophouden:

  • 7. COMMUNIOSurréxit Dóminus, et appáruit Petro, allelúja.

    8. POSTCOMMUNIOSpíritum nobis, Dómine, tuæcaritátis infúnde: ut, quos sa-craméntis paschálibus satiásti, tua fácias pietáte concordes. Per Dóminum nostrum Ie-sum Christum Filium tuum, qui tecum vivit et regnat, in unitate eundem Spiritus

    7. COMMUNIODe Heer is verrezen, en Hij is aan Petrus verschenen, alle-luia.

    8. POSTCOMMUNIOHeer, stort de Geest van uw liefde in ons uit, om ons die Gij met uw Paasmysterieën gevoed hebt, in uw vaderlij-ke goedheid één van hart te maken. Door onze Heer Jezus Christus uw Zoon, die met U leeft en regeert in de eenheid van de Heilige Geest, God, door alle eeuwen der eeuwen,

  • Sancti, Deus, per omnia sæ-cula sæculorum. Amen

    Amen.


Recommended